De titel van het rapport ‘Vertrouwen op controle’ is er niet voor niets, meldde voorzitter van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) prof. dr. Annetje Ottow donderdag tijdens de presentatie van het eindrapport in Den Haag. ‘Het vertrouwen in accountants en in de wettelijke controle is geschonden en moet met kracht worden hersteld.’
Weinig data beschikbaar
‘Terugkijkend op een jaar onderzoek is ons in het bijzonder opgevallen dat een sector die zelf zo datagedreven is en zich bezighoudt met controle en cijfers zo weinig data en cijfers over zichzelf beschikbaar heeft’, blikt Ottow (foto midden) terug. ‘Er is een groot gebrek aan transparantie over het werk van accountants. Die transparantie is cruciaal, al helemaal omdat accountants een publieke taak uitoefenen met een wettelijk monopolie. Die publieke taak is de kern waar het om draait en moet controleerbaar zijn. Accountants moeten verantwoording afleggen over de uitvoering van hun wettelijke taken. Tegenover de wettelijke rechten van accountants staan nu eenmaal de verantwoordingsplichten.’
Structureel kwaliteitsprobleem
‘Laat ik kort en krachtig zijn: er is inderdaad een structureel probleem met de kwaliteit van de accountancysector’, vindt de CTA-voorzitter. ‘Dat hebben we geconstateerd op basis van de wél beschikbare data. Ik wil ook benoemen dat er het afgelopen jaar meerdere kwaliteitsslagen zijn gemaakt, maar deze zijn nog onvoldoende gebleken. Een belangrijk deel van de wettelijke controles voldoet niet. Daarom kiezen we in het rapport voor een set aan maatregelen die samen een oplossing moeten bieden voor een complex aan problemen. Er is niet één simpele, allesomvattende oplossing, door velen ook wel de ‘silver bullet’ genoemd. Er zijn meerdere maatregelen nodig, die zich niet alleen tot de accountancysector beperken. Alle actoren hebben een rol om de kwaliteit van de wettelijke controle te verbeteren.’
Ingrijpende structuurmaatregelen
Door de set aan door de CTA voorgestelde maatregelen ontstaat een effectief pakket aan maatregelen die de kwaliteit van de wettelijke controle kunnen verbeteren, verwacht Ottow. ‘Laten we er geen doekjes om winden: er zijn duidelijke aanwijzingen dat bepaalde structuurkenmerken in de accountancysector – zoals de accountant die wordt betaald door de organisatie die hij controleert – negatieve gevolgen kunnen hebben voor de kwaliteit van de wettelijke controle. Er zijn dus structuurmaatregelen denkbaar om deze gevolgen deels te mitigeren. Maar voor vrijwel al deze maatregelen geldt dat er nog vrijwel geen eenduidig bewijs voorhanden is dat ze effectief zijn. Bovendien gaat het om ingrijpende maatregelen met juridische haken en ogen en mogelijk hoge maatschappelijke kosten. Anders gezegd: het zou een sprong in het diepe zijn met grote gevolgen om deze structuurmaatregelen zomaar in te voeren. We denken dat door gebruik te maken van ervaringen in binnen- en buitenland – bijvoorbeeld ten aanzien van joint audit en audit only – en op beperkte schaal te experimenteren met de intermediair, meer kennis kan worden opgedaan over de effectiviteit van deze maatregelen.’
Morgen beginnen
‘De commissie is zich er van bewust dat er een luide maatschappelijke roep is om ingrijpende maatregelen. De voorgestelde maatregelen zijn tot stand gekomen na zorgvuldige, onafhankelijke weging en een intensieve consultatie met alle betrokken partijen. Binnen de bestaande juridische grenzen en de eisen van proportionaliteit zijn deze maatregelen naar het oordeel van de commissie de meest effectieve aanpak. Met die aanpak kunnen we morgen starten. Het risico bestaat desondanks dat de maatschappelijke onvrede blijft bestaan en dat om die reden keer op keer nieuwe maatregelen worden genomen in de verwachting of hoop dat het probleem daarmee is opgelost. Dat kan leiden tot weer opnieuw een negatieve, neerwaartse spiraal: de regels vermenigvuldigen zich, het beroep devalueert nogmaals en dat leidt tot nieuwe problemen. De uitdaging van nu is om enerzijds snel en effectief maatregelen te nemen om die kwaliteit duurzaam te borgen, maar anderzijds een einde te maken aan deze negatieve spiraal. Het helpt daarbij wel als de samenleving zich beseft dat zich onvermijdelijk incidenten zullen blijven voordoen.’
Kwartiermaker
‘Kortom: het uur U is nu toch wel aangebroken’, vat Ottow samen. ‘De handen moeten worden ineen geslagen en men moet morgen aan de slag. Dat kan ook. We adviseren daarom de minister om een kwartiermaker te benoemen die de regie krijgt, alle actoren aan tafel krijgt, maatregelen initieert en het proces verder begeleid. Wat de commissie betreft kan deze kwartiermaker morgen beginnen, het draaiboek ligt klaar in het rapport.’
ParaZiet zegt
De (h)erkenning dat het een structureel probleem is is al een stapje in de goede richting. Dat roept de vraag op: hoe heeft dit kunnen gebeuren. De oorzaak dus. De gevolgen bestrijden moet maar is zinloos als de oorzaak niet kan worden aangepakt. De “Maniakstory” is een indicatie voor het afwezig zijn van integriteit. En tenslotte: waarom moeten alléén de resultaten van wettelijke controles beter. Is het niet helderder om gewoon weer altijd en overal goed werk te leveren.