Het blijft onrustig bij Breman, één van de grootste onafhankelijke installatiebedrijven van Nederland. Al sinds 2015 is er geen goedkeurende accountantsverklaring meer afgegeven. Een directeur is nu bovendien geschorst op verdenking van integriteitsschendingen. Volgende maand dient ook nog eens een rechtszaak waarin Breman ongeveer 1,4 miljoen euro terugeist van een ex-directeur, zijn voormalige financiële rechterhand en drie Genemuider ondernemers. De vijf hebben volgens de Breman-directie jarenlang het bedrijf opgelicht door valse facturen te sturen aan de Genemuider vestiging TB, meldt regionaal dagblad De Stentor.
Vijf jaar geen accountantsverklaring
Daarnaast gaat het op financieel gebied ook niet erg voor de wind. Het bedrijf maakt amper winst en zit bovendien al sinds 2015 met jaarrekeningen zonder goedkeurende accountantsverklaring. In 2017 kwam naar buiten dat Breman overhoop lag met controlerend accountant PwC. Dat weigerde de jaarrekening over 2016 goed te keuren en trok de goedkeuring over 2015 in. De verstrekte informatie was onvoldoende om een oordeel op te baseren, stelde PwC in de toelichting bij de oordeelsonthouding.
Mazars
De kwestie leidde volgens het FD tot een vertrouwensbreuk tussen Breman en PwC, dat bijna tien jaar de boeken van de installateur controleerde. Breman stelde een andere accountant aan, maar ook met opvolger Mazars kwam de directie van het installatiebedrijf volgens de krant in conflict. Mazars heeft zijn goedkeuring onthouden aan het laatste gedeponeerde jaarverslag, dat van 2018.
Mogelijk ook een voor studiedoeleinden interessante case. Waar het artikel zich met name focust op de directie en suggereert dat PWC juist heeft gehandeld (want Mazars komt tenslotte ook tot een oordeelsonthouding) vraag ik mij af hoe het mogelijk is dat een zorgvuldig handelend accountant in 2017 een goedkeurende verklaring over 2015 intrekt, omdat blijkbaar achteraf de verstrekte informatie onvoldoende was om een oordeel op te baseren. Dat betekent mijns inziens dat achteraf is geconcludeerd dat de administratieve organisatie en interne beheersingsmaatregelen onvoldoende waren. Hoe kan het dat dit door de accountant niet is opgemerkt tijdens de interimcontrole 2015, eindejaarscontrole 2015 en interimcontrole 2016? Had deze hele nare situatie voorkomen kunnen worden indien PWC in 2015 wel de juiste conclusies had getrokken en de directie adequaat had geadviseerd?
In het stuk lees ik wel over valse facturen en worden er wel vijf personen van fraude verdacht gemaakt. Maar ik zie niets over een forensisch onderzoek en waarop die verdenkingen dan zijn gebasseerd. En daarom lijkt mij de berichtgeving niet volledig.
Het is erg genoeg als een jaarrekening niet wordt goedgekeurd, maar als er ook nog mogelijke malversaties in het spel zijn, gaan alle alarmbellen af.