Een van de aanbevelingen van de Commissie Toekomst Accountancysector (CTA) is het verplicht instellen van een (stevige) raad van commissarissen bij de grote auditkantoren. Die aanbeveling wordt omarmd door de huidige commissarissen, al waarschuwen ze voor een al te grote machtsverschuiving.
De vijf grootste kantoren hebben al een raad van commissarissen en dat aantal moet tot 20 worden uitgebreid, bepleit de CTA. Het FD peilde de stemming onder enkele van de huidige commissarissen bij grote accountantskantoren. Onder hen is voormalig VNO-NCW-voorman Bernard Wientjes, sinds vijf jaar lid van de raad van commissarissen bij KPMG. Hij kreeg bij zijn aantreden de vraag: ‘Hoe kun je nu onze raad leiden als je zelf geen accountant bent?’ Steven van Eijck, voormalig staatssecretaris van Financiën, kreeg als beginnend EY-commissaris stukken soms te laat of werd pas achteraf over besluiten geïnformeerd. ‘Als het niet in het DNA zit van een organisatie en men nog niet gewend is om hiermee om te gaan, kun je niet verwachten dat het van de ene op de andere dag goed georganiseerd is.’
Vreemde ogen dwingen
Intern toezicht door commissarissen is krachtig, aldus de CTA. Daar luisteren accountants naar. Floris Deckers (foto), RvC-voorzitter bij Deloitte, is het daarmee eens. ‘Natuurlijk, vreemde ogen dwingen en als je zoals accountants heel lang gewend bent zonder raad van commissarissen te werken, dan is dat even wennen.’ Commissarissen die over de schouder van de accountant meekijken, noemt hij een echte inperking van de macht. ‘En vooral als deze persoon niet gehinderd door diepgaande kennis van het beroep toetst of je zaken in het publiek belang plaatsvinden.’ Dat botst weleens, maar Deckers wil daar geen voorbeelden van geven.
Focus op kwaliteit weggezakt
Volgens Wientjes corrigeren partners in een maatschap elkaar veel te weinig. ‘Daar hebben wij als rvc dus heel duidelijk onze rol kunnen spelen.’ Maar bij KPMG zijn de commissarissen relatief snel geaccepteerd. ‘Wij zijn ingesteld op het hoogtepunt van een crisis bij KPMG, en dat was ook nog eens van buitenaf opgelegd. Wij zijn een lastige raad die lastige vragen stelt, maar we hebben er veel energie in moeten steken om de tegenkracht te worden die we nu zijn.’ Het gebrek aan correctie ziet Wientjes bij KPMG: ‘De accountants zijn stuk voor stuk topmensen, maar de focus op de kwaliteit van hun controles was toch wel wat weggezakt, ook omdat ze elkaar daar dus nauwelijks op aanspraken.’ Tegenwoordig staan altijd de interne kwaliteitsmetingen en het overzicht van lopende juridische issues op de agenda. Commissarissen bemoeien zich indien nodig ook met individuele kwesties. ‘Wij dienen als raad op enige afstand te blijven, maar als het mis is gegaan, gaan wij ook tot het gaatje.’ Wientjes vindt net als de AFM dat de resultaten van KPMG niet goed genoeg zijn. ‘Het moet gewoon beter. Punt. Ik vind de AFM heel scherp, maar daar heb ik nooit problemen mee gehad. Wij gaan ook geen tijd besteden aan lange procedures tegen de toezichthouder. De kwaliteit van de controle is te laag, er is nog steeds een lange weg te gaan.’
Voorzichtig met opleggen extra eisen
Van Eijck (EY) weet zeker dat commissarissen een positieve invloed hebben. ‘Er zijn enorme sprongen voorwaarts gemaakt.’ Deckers (Deloitte) aarzelt bij de CTA-aanbeveling om rvc’s meer macht te geven, zoals bij besluiten over winstuitkeringen en investeringen. ‘Ik vind dat je voorzichtig moet zijn met het opleggen van specifieke eisen aan commissarissen die uitgaan boven wat de wet al oplegt. Je vraagt bij uitgebreidere bevoegdheden aan een commissaris om op de stoel van het bestuur te gaan zitten.’ Wientjes denkt dat er bij KPMG weinig gaat veranderen. ‘Ik denk dat het voor commissarissen uiteindelijk draait om invloed. Kun je genoeg tegenkracht bieden?’ Hij geeft de benoeming van buitenstaander Stephanie Hottenhuis als voorzitter van de raad van bestuur als voorbeeld. ‘Dat is als een schok ervaren door de accountantsorganisatie, een duidelijke ingreep van ons als raad van commissarissen die we nu al kunnen doen.’
Minister Hoekstra (Financiën) laat eind maart weten wat hij precies gaat doen met de aanbevelingen van de CTA.
Wietze Hulshof zegt
Ik zal maar een steentje in de accountantsvijver gooien. Na alle kritiek van de laatste jaren dringt het volgens mij bij de beroepsgroep nog steeds niet door dat het begrip accountant zeer wankel op zijn voetstuk staat en moet uitkijken dat hij er niet van af valt. Naar mijn mening zijn het contact met de “gewone” wereld al enige tijd kwijt en kijken ze zeer sterk naar zichzelf en wat ze wel goed doen en begrijpen niet wat er van hun gevraagd en geeist wordt en wat ze fout doen. Persoonlijk heb ik mij altijd gestoord aan de houding van de NBA en alles wat daar onder valt om alle macht of zeggenschap bij de eigen beroepsgroep neer te leggen probleem is dat je wordt er op afgerekend als je je eigen nest bevuilt. Als minister Hoekstra ballen heeft draait hij dit om en dient een RVC principieel uit niet accountants te bestaan om zodoende voldoende tegenwicht te bieden aan het gedrag van de accountantswereld dat alles wat zij doen ook door hun beroepsgroep moet worden beoordeeld en de gedachte dat ze alles wel goed doen. Het verhaal van de slager en het keuren van eigen vlees. Als je geen externen inbrengt zul je de houding en verhoudingen binnen deze wereld nimmer kunnen veranderen naar mijn mening…..