Een RA en een voormalig RA hebben zich als extern accountant schuldig gemaakt aan misleiding van toezichthouder AFM, concludeert de Accountantskamer. De tuchtrechter legt de twee daarom beiden een doorhaling uit de registers van twee maanden op in de zaak, die door de AFM was aangespannen.
Uitspraak: 18-869 en 870 vh RA en RA
AFM-onderzoek
De twee BDO’ers waren als de extern accountant en als intensief betrokken tweede auditpartner verantwoordelijk voor de jaarrekeningcontrole 2014 van een holdingmaatschappij van een onderneming die in verschillende landen actief is in de vervaardiging en verkoop van zuivelproducten. Daarvoor werd op 30 april 2015 een controleverklaring afgegeven. De AFM deed in 2015 in het kader van haar doorlopend toezicht onderzoek naar de kwaliteit van de wettelijke controles bij BDO. Als onderdeel daarvan werd gekeken naar de controle van de jaarrekening 2014 van de zuivelholding. De AFM deed in verband met het onderzoek op 23 juli 2015 een inlichtingenvordering bij het accountantskantoor. In reactie daarop werd onder meer een op 1 september 2015 gedateerd en op naam van de twee RA’s gesteld memo “Gegevens en bescheiden inlichtingenvordering” aan de AFM verstuurd. Dat memorandum vermeldde onder meer dat het opdrachtteam met het oog op het AFM-onderzoek, met betrekking tot verschillende onderwerpen vragen had gesteld en stukken had opgevraagd aan de lokale accountants en aan de controlecliënt zelf, maar dat naar aanleiding van deze vragen en de daarop ontvangen antwoorden en stukken geen vastleggingen waren gedaan in het controledossier.
Tuchtklacht AFM
De AFM spande vervolgens een tuchtzaak aan tegen de twee BDO’ers en verweet hen ten onrechte de indruk te hebben gewekt dat controle-informatie die pas na de datum van de controleverklaring was verkregen en vastgelegd, voorafgaand aan die datum al was verkregen en vastgelegd. De AFM stelde dat bepaalde controle-informatie na en naar aanleiding van e-mails van de toezichthouder in het memo was opgenomen. Misleidend, volgens de toezichthouder, omdat de datum van het memo is gehandhaafd op 26 maart 2015 en op die manier de onjuiste indruk is gewekt dat ook de bestreden paragraaf van (vóór) die datum en dus van vóór de datum van de controleverklaring dateert. Ook werd de controlerend accountant verweten onvoldoende controlewerkzaamheden te hebben verricht om voldoende en geschikte controle-informatie te verkrijgen.
Memo aangepast
De klachten van de toezichthouder worden door de Accountantskamer op beide onderdelen voor een aanzienlijk deel gegrond verklaard. De klacht tegen de extern accountant dat hij ten aanzien van bepaalde posten onvoldoende controle-informatie heeft verkregen om daarop zijn oordeel te baseren is gegrond. Over het andere klachtonderdeel erkenden de twee accountants zelf wel dat het memo was aangepast na het verzoek van de AFM om informatie te verstrekken, maar de BDO’ers spraken over een “aanscherping” en een “verduidelijking”. Ze gaven vervolgens echter geen aanduiding van wat vóór die aanpassingen over het gevraagde onderwerp in het memo was opgenomen. De Accountantskamer spreekt uit dat de controlerend accountant ‘zich schuldig heeft gemaakt aan serieuze verzuimen in het kader van een wettelijke controle en met name dat [Y1] en [Y2] in hun relatie tot de toezichthouder van hun accountantsorganisatie geen transparantie hebben betracht, doch veeleer – op onderdelen – misleidende informatie hebben verschaft. Daardoor hebben betrokkenen gehandeld in strijd met de fundamentele beginselen van professionaliteit, integriteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid.’
waarom worden die RA’s maar 3 maanden geschorst?
die zijn toch nog meer te vertrouwen?
als een kassiere 1 keer €5 uit de kassa haalt wordt ze ontslagen