Tussen 2008 en 2012 keurde Deloitte de jaarrekeningen goed van twee aan elkaar gelieerde bedrijven. Eén van de aandeelhouders ging begin 2014 failliet. De curator achtte Deloitte hiervoor aansprakelijk en eiste, als voorschot, 5 miljoen euro schadevergoeding.
Toerekenbaar tekort geschoten
De curator somde bij de rechter een groot aantal feiten op waaruit moest blijken dat accountant Deloitte toerekenbaar tekort was geschoten en onrechtmatig had gehandeld. Een RA van Visser & Visser Accountants B.V. had hier onderzoek naar gedaan. Die stelde (onder meer) dat er in de jaarrekeningen geen niet-uitkeerbaar (wettelijk) reserve was aangehouden en dat de goodwill te hoog was gepresenteerd. Ook was er geen voorziening of afwaardering opgenomen voor oninbare vorderingen en was er ten onrechte goodwill geactiveerd (de ‘intern gegenereerde goodwill’). Ook ontbrak in de toelichting bij de jaarrekeningen 2011 en 2012 een uitleg over de continuïteitveronderstelling. Hoeveel schade dit had toegebracht aan aandeelhouders kon de curator nog niet precies berekenen. Maar met een geëist voorschot van 5 miljoen euro was duidelijk dat het om serieus geld ging.
Geen goede argumenten
In een 56 pagina’s tellend document zette dr. J. Joling RV namens Deloitte punt voor punt onder elkaar waarom de curator in zijn verwijten aan de accountant verkeerd zat. Volgens dit rapport had de accountant zijn werk naar behoren gedaan. De rechtbank trok de deskundigheid van Joling niet in twijfel en concludeerde dat de curator tegen het rapport niets had ingebracht wat de rechtbank aanleiding gaf zich te doen voorlichten door een door haar te benoemen deskundige. De rechtbank was van oordeel dat Joling een helder en goed gemotiveerd rapport had uitgebracht en nam de conclusies daarom over. Alle vorderingen tegen Deloitte werden afgewezen.
Lees hier het volledige vonnis.
Geef een reactie