Voormalig VVD-kopstuk en staatssecretaris van Sociale Zaken Robin Linschoten is in hoger beroep door het Gerechtshof Amsterdam veroordeeld tot 100 uur taakstraf voor het feitelijk leidinggeven aan het plegen van belastingfraude door zijn twee vennootschappen. De rechtbank legde hem eerder een gevangenisstraf van 5 maanden op, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep oplegging van dezelfde straf, maar Linschoten hoeft dus niet de cel in.
Uitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2020:2433
Veel te lage aangiften
Linschoten verrichtte vanuit zijn bedrijven advieswerkzaamheden die hij maandelijks of per kwartaal factureerde. Hij leverde zijn in- en verkoopfacturen met een vertraging van soms meer dan twee jaar in bij zijn administratiekantoor. De aangiften omzetbelasting werden door dat kantoor gedaan op basis van schattingen die veelal veel te laag waren.
Administratiekantoor
Het administratiekantoor drong er bij Linschoten voortdurend indringend op aan zijn administratie sneller aan te leveren. Als de VVD’er facturen inzond deed het boekhoudkantoor alsnog voor het juiste bedrag een suppletieaangifte. Toen in 2012 boekenonderzoek werd gedaan was er nog geen suppletieaangifte ingediend over de periode januari 2010 tot en met oktober 2012. Er was over die periode € 101.600 te weinig omzetbelasting afgedragen. Dat bedrag komt overeen met een nog niet opgegeven omzet van een half miljoen euro. Voor de te weinig afgedragen omzetbelasting zijn aanslagen opgelegd die door de bedrijven van Linschoten zijn betaald.
Taakstraf
Het hof heeft bewezen verklaard dat de voormalige staatssecretaris schuldig is aan het feitelijk leiding geven aan het opzettelijk indienen van een fors aantal onjuiste aangiften omzetbelasting. Het hof weegt de ernst van de zaak anders dan het OM en de rechtbank en legt geen gevangenisstraf, maar een taakstraf op. De reden daarvoor is dat uit het dossier op geen enkele wijze blijkt dat het Linschoten erom te doen was de door hem in rekening gebrachte omzetbelasting uiteindelijk niet aan de fiscus te betalen. Omdat hier, anders dan in veel andere fraudezaken, het oogmerk van uiteindelijke belastingontduiking niet aan de orde was, past een andere straf dan een gevangenisstraf. Het hof heeft bij de strafoplegging ook de ingrijpende gevolgen van de strafzaak voor het zakelijke- en privéleven van de VVD’er betrokken.
Geef een reactie