Nederlandse huishoudens hebben vorig jaar bijna € 42 miljard op hun (spaar)rekeningen gestald, meldt DNB. Dat is twee keer zoveel als in 2019.
De spaarwoede is – in weerwil van de afwezige of negatieve rente – vooral aangewakkerd door de coronamaatregelen en de toegenomen economische onzekerheid. Eind 2020 stond er ruim € 487 miljard op betaal- en spaarrekeningen bij Nederlandse banken. Er is € 21 miljard op vrij opneembare spaarrekeningen gezet, het saldo op betaalrekeningen steeg met € 20 miljard.
Voorkeur voor liquide spaarvorm
De uitgebreide steunmaatregelen van de overheid hielden het beschikbare inkomen op peil, terwijl de uitgaven daalden. Dat maakt dat de spaarquote (welk deel van het inkomen wordt gespaard) omhoog is geschoten tot 11,1%, tegen nog 3,1% in 2019. ‘Bij het onderbrengen van deze besparingen lijken de huishoudens een voorkeur te hebben voor liquide spaarvormen, aangezien het overgrote deel van de besparingen terecht kwam op betaalrekeningen en vrij opneembare spaarrekeningen.’ Wat niet op een vrij opneembare rekening terechtkwam, ging naar beleggingen en aflossingen. ‘Opvallend is dat er minder extra geld werd weggezet op spaarrekeningen met een vaste looptijd. Nederlandse huishoudens lijken dan ook een voorkeur te hebben voor spaarvormen waarbij ze eenvoudig over hun tegoed kunnen beschikken.’
Geen ontspaar-halfjaar
De uitbetaling van het vakantiegeld in mei zorgt altijd voor een piek in sparen en die was vorig jaar extra groot. ‘Verder was de netto inleg in alle maanden – met uitzondering van december – positief. Dit is uitzonderlijk, want normaliter wordt in vrijwel de volledige tweede helft van het jaar ontspaard vanwege vakanties, de feestdagen en extra aflossingen op de hypotheek.’
Geef een reactie