Mededingingsautoriteit ACM heeft van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een oordeel gevraagd over hoe met exploitatiebijdragen van gemeenten moet worden omgegaan binnen de Wet markt en overheid (WMO). Het gaat om een rechtszaak over een volgens de ACM ‘verkapte subsidie’ die een gemeente geeft aan een commerciële exploitant van gemeentelijke sporthallen.
In de WMO is opgenomen aan welke regels overheden moeten voldoen als zij commerciële activiteiten ontplooien. Daarmee wordt beoogd dat ondernemers eerlijk kunnen concurreren met gemeentelijke activiteiten. Als een gemeente een sporthal verhuurt aan een commerciële exploitant, is dat toegestaan als de gemeente alle kosten voor de verhuur doorberekent. In een rechtszaak was de vraag aan de orde of de gemeente bij de berekening van die kosten buiten beschouwing mag laten dat de exploitant van de gemeente ook een exploitatiebijdrage ontvangt. De rechtbank in Rotterdam oordeelde dat dat mocht.
Aantonen aanwending exploitatiebijdrage
Daarmee is de ACM het niet eens. ‘Een exploitatiebijdrage kan volgens de ACM alleen buiten beschouwing worden gelaten als de bijdrage wordt gebruikt voor een specifiek (maatschappelijk) doel, bijvoorbeeld het organiseren van schoolsport. De gemeente kon onvoldoende aantonen waarvoor de exploitatiebijdrage werd gebruikt. De bijdrage is dan eigenlijk een verkapte korting op de huur en komt dan in strijd met de eis dat de gemeente alle kosten moet doorbereken. De ACM vindt dat door die verkapte korting de eerlijke concurrentie tussen sporthallen in het geding komt.’ De ACM heeft nu een principiële uitspraak gevraagd aan het CBb.
Bijdragen voorlopig buiten beschouwing
De ACM blijft de WMO gewoon handhaven. ‘Echter, zolang het CBb nog geen oordeel heeft gegeven in deze zaak, zal de ACM eventuele exploitatiebijdragen door gemeentelijke overheden aan commerciële exploitanten voorlopig buiten beschouwing laten.’
Verkeerd kader?
In de bewuste uitspraak geeft de rechter de ACM overigens een tip: ‘De discussie die eiseres wil voeren gaat in feite over de hoogte van de exploitatievergoeding en of er daardoor concurrentievervalsing tussen haar en [het bedrijf] plaatsvindt. Hoofdstuk 4b van de Mededingingswet is daarvoor niet het geschikte kader. Enerzijds omdat het verstrekken van subsidies als een exploitatiebijdrage geen economische activiteit […] is en anderzijds omdat de strekking van hoofdstuk 4b van de Mw het beschermen van ondernemingen die concurreren met een bestuursorgaan is en eiseres geen concurrent van verweerder is.’
De zaak speelt rond sporthallen-, fitness- en zwembadenexploitant Laco die in diverse gemeenten actief is, waaronder het Gelderse Heumen. Met de gemeente zijn afspraken gemaakt; volgens de ACM leverde dat Leco een exploitatiebijdrage van € 284.500 op. De toezichthouder vindt dat verkapte subsidie.
Geef een reactie