Een 42-jarige financieel controller uit Tilburg is door de rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, en een proeftijd van 2 jaar. Daarnaast mag de man vijf jaar lang geen beroep uitoefenen waarin hij zich bezighoudt met financiële zaken. De controller lichtte zijn werkgever op en verduisterde grote geldbedragen.
Penningmeester MR basisschool en controller bij bekende kapper
In zijn hoedanigheid van penningmeester van de medezeggenschapsraad van een basisschool verduisterde de Tilburger van maart 2016 tot oktober 2017 ruim
€ 12.000,-. Niet lang daarna ging hij als financieel controller aan de slag bij het bedrijf van een bekende Nederlandse kapper. Bij de kapper verduisterde de controller in drie maanden tijd meer dan € 160.000,-. Nadat zijn werkgever ontdekte dat hij zichzelf een keer teveel salaris had laten uitbetalen, werd de financieel controller alleen nog bevoegd om betalingen klaar te zetten. In de anderhalf jaar daarna wist hij zijn werkgever desondanks op slinkse wijze op te lichten voor ruim € 650.000,–. De burgerlijke rechter oordeelde in 2021 dat de man deze bedragen moet terugbetalen.
Witwassen
In de strafrechtzaak oordeelt de rechtbank nu dat de Tilburger zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting, verduistering, valsheid in geschrifte en gewoontewitwassen. Dankzij het verduisterde geld lukte het de man om in korte tijd een dure woning te kopen, die weer te verkopen en vervolgens weer een andere woning te kopen. Door onder meer het verbouwen en inrichten van deze woningen kon de controller de verduisterde bedragen witwassen. Ook loste hij schulden af die onder meer voortkwamen uit eerder gepleegde fraude en gebruikte hij het geld om luxe te kunnen leven.
Voor de rechtbank weegt strafverzwarend mee dat de Tilburger keer op keer opnieuw fraude pleegde, waarbij het ging om hoge bedragen. Hij maakte misbruik van het vertrouwen dat de slachtoffers in hem stelden en stopte niet uit eigen beweging met zijn praktijken. Door deze manier van handelen heeft de man het bedrijf van zijn werkgever op de rand van de afgrond gebracht. Daarnaast zorgde dit voor geestelijke schade bij de werkgever.
Beroepsverbod
De opgelegde gevangenisstraf van 30 maanden komt overeen met de eis van de officier van justitie. De officier vroeg de rechtbank daarnaast om een beroepsverbod op te leggen van twee jaar. De rechtbank legt echter geen beroepsverbod op van twee jaar, maar van vijf jaar, omdat zij vindt dat de man het vertrouwen in zijn beroep ernstig heeft geschaad. Dit beroepsverbod is onder meer bedoeld om te voorkomen dat dezelfde strafbare feiten in de toekomst nog eens worden gepleegd.
Geef een reactie