Sinds jaar en dag gaan wij er met z’n allen van uit dat pensioenaanspraken in eigen beheer van de DGA tot een pensioenvoorziening leiden, waarbij jaarlijks bedragen dienen te worden gepassiveerd die actuarieel berekend worden. Dit vanwege het feit dat de fiscale winstbepaling nu eenmaal wordt geregeerd door goed koopmansgebruik en het voorzichtigheidsbeginsel. Maar moet dat dan echt wel leiden tot een pensioenvoorziening? Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt.
BV X is op 14 oktober 1987 opgericht. De aandelen van BV X worden voor 0,5% gehouden door de DGA, geboren in 1959, en voor 99,5% door een stichting. De DGA is bestuurder en enig werknemer van BV X. Aan hem zijn pensioenrechten toegekend, vastgelegd in een pensioenbrief van 19 februari 2009.
Stelselwijziging
Per 1 januari 2016 staat een bedrag van € 666.946 aan nog te verrekenen verliezen uit 2007 open. Deze verliezen zijn te verrekenen tot uiterlijk 1 januari 2017.
Op 13 maart 2018 heeft X aangifte voor de Vpb 2016 gedaan. De aangegeven belastbare winst bedraagt € 551.206 en het aangegeven belastbaar bedrag € 0. Op de fiscale balans was per 1 januari 2016 een pensioenvoorziening opgenomen van € 369.543. Per 31 december 2016 heeft X geen pensioenvoorziening opgenomen omdat zij met ingang van 2016 wil overgaan naar het zogenoemde “omslagstelsel”. In de fiscale winst- en verliesrekening 2016 heeft zij onder personeelskosten een negatieve pensioenlast aangegeven van € 369.543.
BV X had namelijk per 1 januari 2016 een bedrag van € 666.946 open staan aan nog te verrekenen verliezen uit 2007, die uiterlijk tot 1 januari 2017 (dus uiterlijk in 2016) verrekend zouden kunnen worden, anders zouden ze verdampen.
De inspecteur wijst de stelselwijziging af.
Het geschil
In geschil is of VB X in 2016 het door haar tot dan toe gehanteerde pensioenstelsel mag wijzigen en mag overgaan op het omslagstelsel. Tussen partijen is niet in geschil dat de door belanghebbende beoogde overgang naar een ander stelsel van waardering niet gericht is op het behalen van een incidenteel fiscaal voordeel.
De beoordeling
Het Hof ziet zich voor de vraag geplaatst of de stelselwijziging naar het omslagstelsel in overeenstemming is met goed koopmansgebruik. Het Hof oordeelt dat het weliswaar strookt met goed koopmansgebruik dat een werkgever verplichtingen tot betaling van pensioenuitkeringen van jaar tot jaar passiveert voor het bedrag van de daaraan op grond van een berekening met behulp van de verzekeringswiskunde toe te kennen waarde; maar dat het ook met goed koopmansgebruik overeenstemt deze passivering achterwege te laten en de met de betaling van de pensioenuitkeringen gemoeide bedragen ten laste van de winst te brengen van het jaar, waarin die uitkering plaatsvindt. Zij beroept zich hierbij op het arrest van de Hoge Raad van 29 januari 1969 (ECLI:NL:HR:1969:AX5893).
De invoering van artikel 3.29 van de Wet IB2001, op grond waarvan de waardering van pensioenverplichtingen en andere soortgelijke verplichtingen plaatsvindt met inachtneming van algemeen aanvaarde actuariële grondslagen, waarbij een rekenrente in aanmerking wordt genomen van ten minste 4%, doet daar niets aan af volgens het Hof.
Zij is namelijk van oordeel dat bij financiering van pensioenen op basis van het omslagstelsel geen sprake is van een te passiveren pensioenverplichting, zodat het waarderingsvoorschrift van artikel 3.29 van de Wet IB 2001 bij het omslagstelsel niet van toepassing is.
Het door X in 2016 ingevoerde omslagstelsel is dus volgens het Hof niet in strijd met goed koopmansgebruik. De pensioenvoorziening van € 369.543 valt derhalve in 2016 volledig vrij, zodat de belastbare winst in 2016 overeenkomstig de door X ingediende aangifte € 551.206 bedraagt en het belastbare bedrag, na voorwaartse verrekening van een verlies van € 551.206, op nihil moet worden vastgesteld.
Op 3 december 2021 werd de uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van 23 november 2021 gepubliceerd.
Conclusie
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het door BV X in 2016 ingevoerde omslagstelsel niet in strijd is met goed koopmansgebruik. De vrijval van de pensioenvoorziening kan bijgevolg geheel verrekend worden met het nog openstaande verrekenbare verlies in het laatste jaar van toegestane verliesverrekening.
Dat is nogal wat! Alhoewel pensioenopbouw in eigen beheer sinds 2017 niet langer mogelijk is, zijn er natuurlijk wel degelijk nog BV’s waar op deze manier verliesverdamping zou kunnen worden voorkomen. Dat is nog eens uitfasering van pensioen in eigen beheer! Maar dan moet je natuurlijk nog wel een (premievrije) pensioenverplichting hebben.
Drs. David M. Wildemans MPLA CCFP
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie