Accountant Willem Riegman reageert op Accountant.nl op zijn veroordeling in de Imtech-zaak door de Accountantskamer en het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Het is zeldzaam dat een bestrafte accountant publiekelijk in de pen klimt.
In zijn recente uitspraak uitte het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) stevige kritiek op de onder Riegmans leiding uitgevoerde controle van de jaarrekening 2011 van Imtech. Hoewel een deel van de klachten alsnog ongegrond werd verklaard, vond het CBb de schendingen van de gedrags- en beroepsregels die overbleven, samen met de alsnog gegrond verklaarde verwijten, ernstig genoeg om deze maatregelen te handhaven. Het CBb rekende het de accountants met name aan dat zij op cruciale momenten niet handelden zoals van hen mag worden verwacht. Door het veronachtzamen van hun taak gaven zij bij de jaarrekening een goedkeurende verklaring af, terwijl daarvoor onvoldoende deugdelijke grondslag bestond.
Deuk in beroepseer
‘Die uitspraak was een grote teleurstelling voor mij en betekent een deuk in mijn beroepseer’, schrijft Riegman in een opiniestuk op Accountant.nl. De inmiddels gepensioneerde Riegman, die door de Accountantskamer een maand werd geschorst, moet constateren dat het CBb zijn opvattingen en professionele oordelen omtrent de wijze van toezicht houden op het werk van accountants van de eigen netwerkfirma (die worden ingeschakeld bij de controle van buitenlandse groepsonderdelen) niet deelt. ‘Het enige wat ik daar nu over wil zeggen is dat ik in mijn opvattingen bepaald niet alleen stond en sta. De controle heb ik naar eer en geweten uitgevoerd,’ schrijft Riegman.
‘Rug recht gehouden’
Positief vindt de voormalige KPMG-accountant dat een belangrijk verwijt van curatoren – dat er niet goed gereageerd zou zijn op fraudesignalen – door het CBp van tafel is geveegd. Het College oordeelde dat bij de controle over 2011 zorgvuldig te werk is gegaan inzake de signalen van mogelijke problemen en eventuele aanwijzingen van fraude en dat hieraan voldoende opvolging is gegeven. De curatoren vonden dat Riegman en zijn collega’s zich hadden laten intimideren door de auditcommissie van Imtech en daarom bepaalde onderzoekshandelingen achterwege hadden gelaten. Riegman schrijft dat er inderdaad weerstand was bij de auditcommissie, maar ook dat hij en zijn collega’s voet bij stuk hebben gehouden en dat het geëiste onderzoek daarom wel degelijk is uitgevoerd. ‘De fraude bij Imtech is door mij en mijn collega’s aan het licht gebracht. Dat feit is in de beeldvorming echter volledig ondergesneeuwd. De ontdekking van de fraude kwam niet vanzelf, maar was het gevolg van de kritische en standvastige houding van mijn collega’s en mijzelf.’
Reacties
Op het opiniestuk wordt gereageerd door vakgenoten. Zo schrijft iemand: ‘Het tuchtrecht voor accountants is weinig hoopgevend. Enerzijds omdat je alleen aan straf ontkomt als je volstrekt foutloos bent (onmogelijk en onmenselijk). Anderzijds omdat goed en dapper gedrag niet wordt beloond. Een accountant die een al langer bestaande fraude ontdekt in jaar 2 van zijn controle, krijgt voor zijn rol in jaar 1 een straf opgelegd. Dat levert een perverse prikkel op en een enorm onafhankelijkheidsprobleem.’
Een ander vindt: ‘Iedere onderneming die failliet gaat [heeft] een accountant en vrijwel iedere curator [begint] een tuchtzaak. Een rechtercommissaris zal daar niet snel een stokje voor steken en voor de curator is het een verdienmodel. En vervolgens galmt de zaak 10 jaar na.’
Geef een reactie