
De Accountantskamer heeft een klacht van een erfgename over een AA die een vermogensopstelling maakte deels gegrond verklaard. De vermogensopstelling was onjuist, aangezien niet alle saldi op alle bankrekeningen van de overleden vader van de erfgename daarin waren meegenomen. Ook was de AA in zijn communicatie met de vrouw en haar gemachtigden ontwijkend, denigrerend en laatdunkend, oordeelt de tuchtrechter. Daarom wordt hem een berisping opgelegd.
De vader van de vrouw was in gemeenschap van goederen gehuwd met haar stiefmoeder. De echtgenoten waren vennoten in een vennootschap onder firma. De AA stelde de jaarrekeningen samen van die onderneming. Ook verzorgde hij de aangiften Inkomstenbelasting (IB) van het echtpaar. De bezittingen van de vof zijn in 2016, voor het overlijden van de vader, verkocht.
Vermogensopstelling
De vader van de vrouw overleed in 2016. De dochter en haar stiefmoeder zijn de enige erfgenamen van de vader. In zijn testament is de wettelijke verdeling toegepast. De stiefmoeder verkreeg alle bezittingen uit de nalatenschap onder de verplichting de schulden van de nalatenschap te voldoen. De dochter verkreeg een vordering op de stiefmoeder ter grootte van haar erfdeel, welke vordering pas opeisbaar is bij het overlijden van de stiefmoeder. De AA heeft in opdracht van de stiefmoeder in oktober 2021 een vermogensopstelling gemaakt om te bepalen welke vordering de dochter op de stiefmoeder heeft uit hoofde van haar erfdeel in de nalatenschap van de vader. Na het overlijden van de stiefmoeder eind 2021 heeft de dochter de AA gevraagd om die vermogensopstelling toe te lichten.
Tuchtklacht
De vrouw diende daarna een tuchtklacht in tegen de accountant. Volgens haar heeft de AA vervolgens informatie achtergehouden en onjuiste informatie, waarvan hij wist of heeft moeten weten dat die informatie onjuist was, verstrekt. Ook heeft de AA een derde Rabobankrekening niet betrokken in de vermogensopstelling. Daarnaast vindt de vrouw dat de accountant zich in de communicatie met haar niet professioneel heeft gedragen door zich grievend en laatdunkend uit te laten.
Oordeel over vermogensopstelling
De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond. De AA heeft een vermogensopstelling gemaakt die onjuist is aangezien niet alle saldi op alle bankrekeningen van de vader daarin waren meegenomen. Hij heeft bovendien in zijn communicatie met de vrouw de stellige indruk gewekt dat de vermogensopstelling juist en compleet is en had daarin terughoudender moeten zijn, oordeelt de tuchtrechter:
‘Het past niet bij de aard van de opdracht, noch bij de uitgevoerde werkzaamheden om met de stelligheid die betrokkene aan de dag heeft gelegd de suggestie te wekken dat de vermogensopstelling juist is. Betrokkene had naar het oordeel van de Accountantskamer moeten vermelden dat hij de vermogensopstelling heeft opgesteld op basis van enkel de informatie die de stiefmoeder aan hem heeft verstrekt en dat hij geen nader onderzoek heeft verricht naar de volledigheid van die informatie.
Voorts is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene ten onrechte in zijn communicatie met de gemachtigden van klaagster heeft benadrukt dat hij als accountant een deugdelijke grondslag heeft voor de vermogensopstelling. Betrokkene heeft dan ook in zijn e[1]mailbericht van 12 april 2022, waar betrokkene schrijft: ‘Mijn stellige advies is dat u uw cliënte het advies geeft om de vermogensopstelling te volgen die ik heb gemaakt’, ten onrechte aangestuurd op instemming met de vermogensopstelling.’
Communicatie
De Accountantskamer is verder onder meer van oordeel dat de communicatiestijl van de accountant ‘veel te wensen over laat. Betrokkene antwoordt ontwijkend op vragen van klaagster en haar advocaat over een bijzonderheid in het vermogen van de beide vennoten. Het is niet alledaags dat het vermogen van de ene vennoot ruim € 253.785 positief is en dat van een ander € 229.226 negatief. Dat de uitkomst van het ondernemingsvermogen juist is vastgesteld op € 24.600 doet er niet aan af dat het op de weg van de accountant ligt om een dergelijke bijzonderheid met respect en professionele afstand toe te lichten. Betrokkene heeft zich denigrerend uitgelaten, ook ter zitting, over de deskundigheid van de financieel adviseur zonder oog te hebben voor zijn rol in de onderlinge communicatie. Al met al heeft de houding van betrokkene ertoe bijgedragen dat de afwikkeling van de nalatenschap onnodig moeizaam is verlopen. Dat geldt in het bijzonder voor de kwetsende opmerking dat klaagster een rol heeft gehad in de keuze van de stiefmoeder haar te onterven. De Accountantskamer is dan ook van oordeel dat betrokkene met zijn laatdunkende en denigrerende communicatiestijl over een vermogensopstelling, die bovendien onjuist was, het aanzien van het accountantsberoep in diskrediet heeft gebracht en dus in strijd heeft gehandeld met het fundamentele beginsel van professionaliteit.’
Berisping
Omdat de klacht deels gegrond is, kan een tuchtrechtelijke maatregel worden opgelegd. De Accountantskamer legt aan de AA de maatregel van berisping op. ‘De schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit moet betrokkene zwaar worden aangerekend. Alleen al daarom kan de Accountantskamer niet volstaan met een waarschuwing. Voorts heeft de Accountantskamer in aanmerking genomen dat betrokkene zich te stellig heeft uitgelaten over de vermogensopstelling en ten onrechte de indruk heeft gewekt dat hij als accountant de vermogensopstelling op juistheid en volledigheid heeft gecontroleerd. Tot slot heeft de Accountantskamer betrokkenes houding ter zitting meegewogen: betrokkene toonde geen zelfreflectie en geen inzicht in het onrecht dat hij klaagster heeft aangedaan.’
Uitspraak: 22-1219 AA
wat slordig zeg van accountancy van morgen
staat ra boven artikel en het gaat over een aa
Inderdaad een slordige fout. Dank voor het melden Pieter. We hebben het inmiddels aangepast.