
Binnenkort komt het kabinet met voorstellen om de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) te wijzigen. Donderdag verscheen een rapport van vijf experts. Hun adviezen over de fiscale behandeling van de dga zijn niet eensluidend. Daarover schrijft het FD.
De BOR verlaagt de erf- en schenkbelasting als ondernemers hun bedrijf overdragen aan de volgende generatie. Volgens sommigen betalen ondernemers met een bv hierdoor te weinig of te laat belasting. Anderen vinden dat er goede redenen voor afwijkende belastingregels zijn. Onlangs concludeerde het Centraal Planbureau (CPB) na een evaluatie dat de uitzondering op de erf- en schenkbelasting niet doelmatig en ook niet doeltreffend is. Het kabinet wil de BOR echter niet zomaar afschaffen. De vijf auteurs van het donderdag gepresenteerde onderzoeksrapport verschillen van mening of afschaffing van de BOR een goede zaak is. Dit blijkt uit een gesprek dat zij hadden met het Financieele Dagblad.
Private equity
De BOR moet voorkomen dat de continuïteit van bedrijven in gevaar komt doordat de erf- of schenkbelasting niet kan worden opgebracht. Vooral familiebedrijven die concurreren met beursgenoteerde ondernemingen kunnen onevenredig zwaar getroffen worden als zij bij een bedrijfsopvolging het volle pond meteen met de fiscus moeten afrekenen. Volgens Ruud van den Dool, zelfstandig gevestigd fiscalist en een van de auteurs van het onderzoek, kan 3% van de bedrijven bij het aantreden van de volgende generatie niet de volledige erf- of schenkbelasting betalen zonder in financiële problemen te raken. Hij vreest dat deze familiebedrijven, zonder fiscale faciliteit, een te makkelijke prooi worden van private-equityfondsen.
De deskundigen zijn het niet eens geworden over wat de overheid moet doen voor bedrijven tot €5 mln en de kleine groep grote bedrijven die zonder faciliteit in hun voortbestaan worden bedreigd. Daarvoor is verder onderzoek nodig, stellen zij. De experts zijn het wel eens dat alle inkomen uit arbeid op dezelfde manier moet worden belast, ongeacht of dat het inkomen is van een werknemer, een zelfstandige ondernemer of een dga. Ook zijn ze unaniem van mening dat inkomen uit arbeid zwaarder moet worden belast dan inkomen uit kapitaal. Voor de belasting op vermogensinkomsten denkt de groep aan een tarief tussen de 30 en 40%.
Arbeid
Verder stellen de fiscalisten voor om de aanmerkelijk-belanghouder meer economisch in plaats van juridisch te definiëren. Een AB-houder moet kort gezegd recht hebben op 5% van de jaar- of liquidatiewinst. Aan dit percentage houden zij vast. Voor zelfstandig ondernemers in box 1 moet de mkb-winstvrijstelling van 14% verdwijnen, voor zover die betrekking heeft op de arbeidsvergoeding in de winst, adviseren de onderzoekers. Dat maakt het zzp-schap fiscaal minder aantrekkelijk, legt Van den Dool uit. Maar het sluit aan bij de gedachte dat inkomen uit arbeid altijd op dezelfde manier moet worden belast. Tegelijkertijd zou de mkb-vrijstelling moeten worden verhoogd voor dat deel van de winst dat zelfstandig ondernemers ontvangen als vergoeding voor het kapitaal dat zij beschikbaar stellen.
Bron: FD.nl
Geef een reactie