Een zonnepaneel dat op een dak is gemonteerd en kan worden verwijderd, moet toch worden gezien als onderdeel van het gebouw, zo oordeelt de rechtbank. Een woningcorporatie heeft daardoor ten onrechte zonnepanelen als bedrijfsmiddel afgeschreven.
Een woningcorporatie trekt ruim een miljoen euro uit om zonnepanelen te laten plaatsen op de woningen en appartementengebouwen die worden verhuurd. De panelen worden bevestigd bovenop de bestaande dakbedekkingen. In de aangifte vennootschapsbelasting 2016 zijn de investeringen in zonnepanelen geactiveerd als onderdeel van de fiscale boekwaarde van de huurwoningen waarop de zonnepanelen zijn bevestigd. De panelen moeten als separaat bedrijfsmiddel worden aangemerkt waardoor zij afzonderlijk afgeschreven kunnen worden.
‘Al hetgeen onderdeel uitmaakt van een zaak’
Maar de Belastingdienst vindt dat daarvan geen sprake is en legt een aanslag in de vennootschapsbelasting op, die later wel wordt verlaagd. De corporatie wil weten wat de rechter ervan vindt. Die geeft de fiscus gelijk en slaat artikel 3:4, eerste lid van het BW open. Daarin staat: ‘al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is bestanddeel van die zaak’. En volgens de Hoge Raad hoeft er geen sprake te zijn van een ‘aard- of nagelvaste verbinding’. Het gegeven dat de zonnepaneleninstallatie is gemonteerd op de daken van de (en kan worden gedemonteerd), is gekoppeld aan de stroomvoorziening van die woningen, er aanpassingen nodig zijn aan de elektrotechnische installatie van de woning én de opgewekte stroom ten goede komt aan de huurder van de woningen, maakt dat de rechtbank ook vindt dat de zonnepanelen onderdeel van de woningen uitmaken. Ze zijn bovendien onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar aan de woningen die worden verhuurd.
De corporatie probeert nog voor elkaar te krijgen dat er in dat geval een werktuigenvrijstelling van toepassing is. Maar ook dat wijst de rechter af. Er moet dan namelijk in hoofdzaak sprake zijn van dienstbaarheid aan het (productie)proces dat in het gebouw plaatsvindt en daarvan is geen sprake: ‘Immers, de rechtbank heeft geoordeeld dat de zonnepanelen onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar zijn aan de woningen zelf.’
De aanslag is terecht opgelegd.
Henk zegt
Wel een beetje vreemd.
Bij veel verzekeringsmaatschappijen moet je zonnepanelen apart verzekeren omdat ze geen onderdeel zijn van je huis.
G Timmerman zegt
De kop boven dit stuk klopt deels niet. Beter is te stellen dat op zonnepanelen kan worden afgeschreven zoals op het gebouw waarop ze bevestigd zijn. Als het gebouw dan al tot de restwaarde (veelal de WOZ gerelateerde waarde) was afgeschreven dan stijgt door de activering de boekwaarde en ontstaat er weer ruimte om af te schrijven. Tot de WOZ waarde muteert, was meestal: stijgt, dan veranderd de zaak weer. Tja, Henk dat de verzekeringsmaatschappijen graag wat meer premie vangen is wat effect betreft identiek aan de neiging van de fiscus om afschrijving te beperken.
Erik zegt
Dit klopt niet helemaal, een woningcorporatie waardeert jaar vastgoed maar actuele waarde. Er wordt dus niet afgeschreven op haar vastgoed door een woningcorporatie.
Arjan zegt
De kop doet vermoeden dat het altijd onderdeel uitmaakt van het pand. Maar, er wordt benoemd dat het uitsluitend wordt gebruikt om voor de woning. Er zijn ondernemers die veel panelen hebben geïnstalleerd om optimaal gebruik te maken van terug leveren van energie. En, daardoor veel opbrengsten krijgen o.g.v. ISDE+.
Vind het vergelijk met een elektrische installatie wel ver gaan. Aanpassing van een verdeelkast kan ook zijn als een machine wordt geïnstalleerd.
Dit gaat nog wel een staartje krijgen.