Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank in Tilburg. Juni vorig jaar gaat het kantoor de administratie verzorgen van een eenmanszaak. Afgesproken wordt een maandbedrag van 150 euro exclusief btw. De opstartkosten zijn 350 euro, maar worden alleen gerekend als de dienstverlening binnen 12 maanden eindigt. Verder wordt afgesproken dat ‘inhaalmaanden’ worden gefactureerd. Dat zijn de kosten voor het bijwerken van de administratie vanaf januari 2023.
Het gaat al snel mis, want de klant stopt vrij rap met betalen, waarna de dienstverlening wordt gestaakt. Bij de Groene Boekhouder staat nog een rekening open van in totaal 3.576,42 euro en die probeert het kantoor via de rechter betaald te krijgen. Zo moeten ook de opstartkosten worden opgehoest en er geldt een boete van 60% van de resterende looptijd op grond van de algemene voorwaarden – dat is 1.633,50 euro. Daarbovenop komt nog 15% aan incassokosten en 15% aan renteverlies.
Geen goede uitleg gehad
Maar de eenpitter vindt dat ze geen goede uitleg heeft gekregen over welke bedragen zij verschuldigd was en onder welke voorwaarden. Van een boete stelt ze niet op de hoogte te zijn geweest. De factuur voor de inhaalmaanden klopt volgens haar ook niet, want tot en met maart had ze nog een andere boekhouder.
Algemene voorwaarden niet besproken
De kantonrechter werpt zich op de afspraken die er zijn gemaakt. Het gaat om een mondelinge overeenkomst die per mail is bevestigd. Omdat De Groene Boekhouder heeft erkend dat er mondeling niet over de algemene voorwaarden is gesproken, acht de rechter die niet van toepassing: de boete gaat daarom van tafel. De algemene voorwaarden zijn pas in de bevestigingsmail genoemd, maar dat was te laat: ‘Deze kunnen niet eenzijdig achteraf worden opgelegd.’
Niet dubbel betalen
De rechter snapt dat voor het opmaken van een jaarrekening in beginsel de administratie van een heel boekjaar nodig is en vindt dan ook dat de zogeheten inhaalmaanden in principe moeten worden betaald. Alleen is niet duidelijk waarom de vrouw zou moeten betalen voor maanden waarin de administratie al door een ander is uitgevoerd. ‘Dat De Groene Boekhouder een ander administratiesysteem heeft dan de vorige boekhouder van [de eenpitter] en dat zij om die reden de administratie voor deze maanden opnieuw moest doen, maakt dat niet anders.’ Voor de eerste drie kalendermaanden hoeft daarom niet te worden betaald. De maanden april en mei krijgt het kantoor wel toegewezen.
De vrouw moet ook een kleine 100 euro aan advieskosten betalen, omdat die in de bevestigingsmail apart van het maandbedrag worden genoemd. Ook de opstartkosten moeten worden betaald; dat De Groene Boekhouder zelf de overeenkomst heeft beëindigd, maakt daarbij niet uit.
Geen contractuele rente van toepassing
In totaal hoeft de ex-klant van het gevorderde bedrag 885,42 euro te betalen. Daar komt niet de gevorderde contractuele rente bij, omdat die in de niet van toepassing zijnde algemene voorwaarde wordt genoemd. Wel geldt de wettelijke handelsrente én de proceskosten van 714,39 euro komen ook voor rekening van de ex-klant.
Eerder dit jaar had De Groene Boekhouder het met een andere klant aan de stok; die moest toen van de rechter wel het volledige openstaande bedrag betalen.
Geef een reactie