De zaak speelt ná de aanpassing van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) op 1 januari 2022, en de uitspraak is dus van belang in de zaken die spelen ná de wetsaanpassing.
Eigenrisicodrager WIA
De thuiszorgorganisatie is een zogenoemde eigenrisicodrager voor de WIA. Dit betekent dat het bedrijf zelf na twee jaar ziekte van de werknemer het risico draagt voor de WIA-uitkering, als daar recht op is. Als een werknemer recht heeft op een WIA-uitkering stelt het UWV de eigenrisicodrager van die toekenning op de hoogte, met de mededeling dat de uitkering voor rekening van de eigenrisicodrager komt (toerekening). Het UWV betaalt vervolgens de WIA-uitkering aan de werknemer en factureert die kosten maandelijks aan de eigenrisicodrager (verhaal).
WIA-aanvraag
De werknemer in de zaak bij de CRvB vroeg een WIA-uitkering bij het UWV, nadat ze twee jaar arbeidsongeschikt was geweest. Het UWV kon door achterstanden niet op tijd vaststellen of de werknemer recht had op een WIA-uitkering.
In afwachting van de WIA-keuring keerde het UWV daarom voorschotten uit aan de werknemer van de thuiszorgorganisatie. Deze voorschotten werden door de uitkeringsinstantie aan de thuiszorgorganisatie toegerekend. Tegen dat besluit ging de thuiszorgorganisatie in beroep. Van de rechtbank kreeg de werkgever gelijk. Het UWV was het hiermee niet eens en stelde hoger beroep in.
Oordeel CRvB
Op 1 januari 2022 is de WIA gewijzigd en is een bepaling opgenomen dat het UWV WIA-voorschotten mag verhalen op eigenrisicodragers. In de gewijzigde wet staat niet expliciet dat het UWV de voorschotten ook mag toerekenen aan de eigenrisicodrager. Maar de gewijzigde bepaling over het verhalen van voorschotten zou zinloos zijn als het UWV de voorschotten niet zou mogen toerekenen. Het toerekenen van de voorschotten is namelijk een noodzakelijke stap om de voorschotten te kunnen verhalen op de eigenrisicodragers.
De CRvB geeft het UWV dus gelijk. De uitkeringsinstantie mocht de betaalde voorschotten in rekening brengen bij de thuiszorgorganisatie. Eerder oordeelde de CRvB dat het UWV dit niet mocht, maar die zaak speelde vóór de wetswijziging van 1 januari 2022.
Geef een reactie