Er zijn verschillende manieren van pensioenimputatie. Welke wijze van pensioenimputatie van toepassing is op een bepaalde deelnemer aan een pensioenregeling, wordt in dit artikel uitgelegd.
Bedragen die zijn betaald voor een box 1-lijfrente in de zin van de bepalingen van de Wet IB 2001 zijn in principe aftrekbaar voor de heffing van inkomstenbelasting. In principe, omdat, wil er recht op aftrek van die bedragen bestaan, voor de betaler wel sprake moet zijn van een aantoonbaar pensioentekort. Het pensioentekort in de zin van de Wet IB 2001 wordt bepaald volgens een forfaitaire berekeningsmethode. Deze aftrekruimte heet jaarruimte.
Premiegrondslag
Voor de berekening van de jaarruimte moet eerst de premiegrondslag worden bepaald. In de Wet IB 2001 is uitgewerkt dat die grootheid is opgebouwd uit de volgende inkomensbestanddelen: de winst uit onderneming vóór de ondernemersaftrek, het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden en de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen. Van het totaal van die inkomensbestanddelen wordt voor de jaarruimte 2024 ten hoogste € 137.800 in aanmerking genomen. Daarop moet dan nog een vast bedrag aan AOW-franchise in mindering worden gebracht. De maximale jaarruimte voor 2024 komt dan neer op 30% van (€ 137.800 – € 17.545 =) € 36.077. Maar dat is nog niet alles. Ter bepaling van de definitieve jaarruimte moet dan onder andere nog een bedrag in verband met de opbouw van (bruto-)pensioenaanspraken in mindering worden gebracht. Dit heet ‘pensioenimputatie’. De wijze van imputatie is sinds dit jaar afhankelijk van het fiscale regime waarin de pensioenregeling van een deelnemer valt.
Standpunt kennisgroep van Belastingdienst
De Kennisgroep Verzekeringsproducten en Assurantiebelasting van de Belastingdienst heeft recent een standpunt gepubliceerd met vragen en antwoorden over de jaarruimteberekening en de wijze waarop daarbij vanaf 2024 rekening moet worden gehouden met de opbouw van pensioenaanspraken. Dit standpunt vormt een handig handvat bij de bepaling welke pensioenimputatie voor jouw klant geldt (standpunt KG:070:2024:3).
Verschillende wijzen van pensioenimputatie
pensioenaangroei in het aan het kalenderjaar voorafgaande jaar (2022), ook wel factor A genoemd. Ingevolge een overgangsbepaling die sinds 2024 in werking is getreden (artikel 10a.25, lid 1 Wet IB 2001), kan deze factor A nog enige tijd worden gehanteerd. Dat geldt als de pensioenregeling van een deelnemer nog niet is aangepast aan de fiscale kaders van de Wtp. In dat geval mag de pensioenaangroei – tot en met 2027 – door pensioenuitvoerders nog met de oude factor A worden aangeleverd. Dit heeft dan (uiterlijk) effect op de jaarruimte van het jaar 2028. Mogelijk wordt die termijn nog met een jaar verlengd. Zie voor meer informatie over deze situatie vraag en antwoord A1 in het standpunt van de kennisgroep.
POPPP
Vanaf 2024 maakt de vermindering ‘6,27 x factor A’ – in beginsel – plaats voor een andere wijze van pensioenimputatie. Deze wordt voortaan gesteld op het gezamenlijke bedrag van de in het voorafgaande kalenderjaar in pensioenregelingen van de klant ingelegde premies voor ouderdomspensioen en partnerpensioen op of na pensioendatum (POPPP). Dit is tot het jaar 2037 exclusief de premie voor de compensatie van 3% als gevolg van de wijziging van het fiscaal pensioenkader door de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen. Mogelijk wordt die termijn nog met een jaar verlengd. Vanzelfsprekend heeft de nieuwe wijze van pensioenimputatie pas effect voor de berekening van de jaarruimte in het kalenderjaar volgend op het jaar waarin sprake is van een pensioenregeling die voldoet aan het fiscale kader van de Wtp. In het geval dit direct al per 1 juli 2023 het geval was, kan van een ingelegde POPPP alleen sprake zijn in het tweede halfjaar van 2023. Voor het eerste halfjaar van 2023 blijft in dat geval de factor A gelden. Daarmee kan men dus met twee verschillende manieren van pensioenimputatie voor 2024 te maken krijgen. Zie voor meer informatie over deze situatie vraag en antwoord A3 in het standpunt van de kennisgroep.
De POPPP kan ook aan de orde zijn bij nieuwe pensioenregelingen die direct al voldoen aan de fiscale kaders van de Wtp waarbij pensioen wordt opgebouwd in een premieregeling met een leeftijdsonafhankelijk vlak premiepercentage. Zie voor meer informatie over deze situatie vraag en antwoord B in het standpunt van de kennisgroep.
Grootheid ‘A’
Ten slotte bestaat er nog een derde mogelijke wijze van pensioenimputatie. In het geval de pensioenuitvoerder een op 30 juni 2023 bestaande pensioenregeling heeft aangepast aan de fiscale kaders van de Wtp én pensioen wordt opgebouwd in een premieregeling met een leeftijdsafhankelijk oplopend premiepercentage, dan worden pensioenaanspraken opgebouwd ingevolge het overgangsrecht dat is opgenomen in artikel 38r Wet LB 1964. Deze wijze van pensioenopbouw mag na 30 juni 2023 worden voortgezet. De op grond van de leeftijdsafhankelijke premiestaffel in te leggen premie moet dan nog wel door middel van een formule worden herleid naar een zogenoemde (leeftijdsonafhankelijke) vlakke c.q. vaste premie (A = Y/X * B). Deze nieuwe grootheid ‘A’ is uitgewerkt in overgangsbepaling artikel 10a.25, lid 2 Wet IB 2001. Zie voor meer informatie vraag en antwoord A2 van het kennisgroepstandpunt.
Tot slot
Het zal niet altijd makkelijk zijn om te bepalen welke wijze van pensioenimputatie voor uw klant geldt. En hoe de benodigde informatie uit het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) moet worden gehaald, zou ook nog wel eens onduidelijk kunnen zijn. Daarover heeft de kennisgroep uitleg gegeven in vraag en antwoord C van het standpunt. Toegelicht is welke informatie over de opbouw van pensioenaanspraken onder welk icoon op het UPO is terug te vinden.
Erik van Toledo (op persoonlijke titel), werkt bij de Belastingdienst.
Deze bijdrage is eerder gepubliceerd op Pensioen Vanmorgen. Met Pensioen Vanmorgen onderbouw je jouw pensioenkennis. Je volgt relevante ontwikkelingen en krijgt nieuwe inzichten door zowel korte als beschouwelijke artikelen. Abonneer je op Pensioen Vanmorgen en ontvang alle ins en outs over pensioenen voor een goed onderbouwd pensioenadvies.
Geef een reactie