Dat melden de curatoren in een nieuw faillissementsverslag. KPMG stelt, zo schrijven de curatoren, “dat (1) zij niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens de gezamenlijke crediteuren en (2) KPMG niet gehouden is om de schade aan de boedel, bestaande uit de kosten die door de curatoren, hun adviseurs en advocaten dienden te worden gemaakt wegens het niet voldoen door de betrokken accountant aan zijn informatie- en medewerkingsplicht, te vergoeden.”
Minnelijke regeling
“Vervolgens is tussen partijen overlegd of een minnelijke regeling tot de reële mogelijkheden zou behoren en wat in aanloop daar naartoe nog aan voorwaarden zou dienen te worden ingevuld”, schrijven Koers en Jansen. Ze hopen op korte termijn een bespreking te arrangeren met KPMG in het bijzijn van de betrokken advocaten. De komende maanden zal moeten blijken “of er aan de zijde van KPMG alsnog enige bereidheid is om het onderhavige geschil in der minne te regelen.”
Maar als KPMG niet op korte termijn over de brug komt wordt een civiele procedure gestart, kondigen de curatoren aan in hun nieuwste verslag: “Indien geen betaling plaatsvindt en ook geen redelijk vooruitzicht bestaat dat op korte termijn een realistische en acceptabele minnelijke regeling tot stand komt, zullen de curatoren zich genoodzaakt zien om KPMG en de beide accountants in privé in een civiele procedure te betrekken.”
Faillissement PaperlinX
Accountancy Vanmorgen berichtte eerder dit jaar dat de curatoren in het faillissement van PaperlinX met een miljoenenclaim komen naar KPMG en twee betrokken accountants. Het FD meldde daarna dat een van de twee accountants Mariska van de Luur is, het hoofd van de accountancytak van KPMG.
De Nederlandse tak van de Australische papiergroothandel PaperlinX ging in 2015 failliet, na jaren van achteruitgang in een moeilijke markt. Het bedrijf had op dat moment zes vestigingen in Nederland en België en behaalde in 2014 nog een omzet van €258 miljoen. KPMG was de laatste jaren controlerend accountant bij PPX NL, het moederbedrijf van PaperlinX. De curatoren zijn jaren later nog altijd druk met de afwikkeling van het faillissement.
Ondertussen werd ook al een tuchtklacht tegen twee accountants van KPMG deels gegrond verklaard. Het CBb oordeelde vorig jaar in hoger beroep dat de accountants een zogeheten securitisatieprogramma in verband met de overdracht van handelsvorderingen onjuist in de jaarrekeningen hadden verantwoord. De verantwoordingswijze die door de KPMG’ers aanvaardbaar werd geacht, gaf onvoldoende inzicht in de gevolgen van het securitisatieprogramma. Daarmee was dus de financiële positie van PaperlinX onvoldoende duidelijk. Ook had van een van de twee mogen worden verwacht dat hij bereid was om het gesprek met de curatoren aan te gaan over het verstrekken van informatie.
Geef een reactie