De Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen bestond voor een groot deel uit cultuurgronden voor agrarisch gebruik. Door een rijksinpassingsplan in 2014 is aan de Hedwigepolder in haar geheel de bestemming natuur toegekend. Daarna is de polder onteigend; de onteigening is in 2018 definitief geworden.
Duurzame bestemming
Voor 2017 legde de Belastingdienst aan de eigenaar een aanslag inkomstenbelasting op waarin in box 3 een vermogen is opgenomen dat geheel bestaat uit de Hedwigepolder; het inkomen is vastgesteld op een forfaitair rendement. De man vindt echter dat de gronden in de Hedwigepolder, waaronder de landbouwgronden, onder de vrijstelling in box 3 voor natuurterreinen vallen. Die gronden hebben door politieke besluitvorming en het rijksinpassingsplan een duurzame bestemming als natuurterrein gekregen. Daarnaast stelt hij dat het werkelijke rendement bepalend is voor de berekening van het box 3-inkomen.
Feitelijk gebruik doorslaggevend
Het gerechtshof had eerder geoordeeld dat de vrijstelling voor natuurterreinen in dit geval niet kan worden toegepast omdat het feitelijke gebruik van de gronden daarvoor doorslaggevend is en niet het door de eigenaar gestelde ‘juridische’ gebruik op basis van de bestemming ervan. Wel vond het hof dat de man een compensatie moest krijgen die aansluit bij het werkelijke rendement en daartoe behoren naar het oordeel van het hof niet de ongerealiseerde waardeveranderingen van de gronden.
Ook ongerealiseerd rendement
De Hoge Raad gaat mee in het oordeel dat er in deze zaak geen sprake is van de vrijstelling voor natuurterreinen. Bovendien geeft de raad de fiscus gelijk dat bij het bepalen van het werkelijke rendement ongerealiseerde vermogensmutaties ook moeten worden meegenomen. “Het werkelijke rendement omvat niet alleen voordelen die uit vermogensbestanddelen worden getrokken, zoals rente, dividend en huur, maar ook gerealiseerde en ongerealiseerde positieve en negatieve waardeveranderingen van die vermogensbestanddelen.” Het voordeel vanwege eigen gebruik van belanghebbende van in de Hedwigepolder gelegen woningen en terreinen hoeft echter niet te worden bijgeteld bij de berekening van het werkelijke rendement in box 3.
Verwijzing naar hof
De Hoge Raad verwijst de zaak naar een ander gerechtshof om te onderzoeken of, en zo ja, in hoeverre, het werkelijke rendement van het vermogen van belanghebbende in box 3 in het jaar 2017, inclusief de waardeveranderingen van de Hedwigepolder, lager was dan het forfaitaire rendement in de aanslag voor dat jaar.
Geef een reactie