
Een AA stelt al enige jaren de jaarrekeningen samen en doet de belastingaangifte voor een onderneming inclusief twee werkmaatschappijen en de eigenaar daarvan. In 2019 wordt de zoon dga van twee van de bedrijven; drie jaar later wordt afgesproken dat de zoon ook de nog resterende 5% in een van de BV’s zal overnemen.
Bij het accountantskantoor staat nog een kleine € 16.000 open, maar die wil de voormalig eigenaar niet betalen. Hij vindt de facturen te hoog en stapt over naar een ander kantoor. De AA houdt vervolgens gegevens achter en daardoor zou de volgende accountant zijn werk niet kunnen doen. Daarnaast heeft de AA onjuist en onzorgvuldig geadviseerd bij de bedrijfsovername door de zoon, zo klaagt de klant bij de Accountantskamer.
Retentierecht niet voor eigen administratie
De klacht over het achterhouden van stukken gaat over de loonadministratie en de jaarstukken van 2021. Volgens de voormalig eigenaar kampt hij daardoor met hoge voorlopige aanslagen en kan de overstap naar het andere accountantskantoor niet doorgaan. De Accountantskamer buigt zich over de vraag of de AA alle gevraagde gegevens moet verstrekken. Of de facturen kloppen, blijft buiten beschouwing. “Daarvoor kunnen klagers eventueel een beroep doen op de Raad voor Geschillen van de NBA.”
Als een klant de facturen niet betaalt, mag een accountant een beroep doen op het retentierecht. Afgifte van een zaak, zoals een jaarrekening of een opgestelde belastingaangifte, mag hij uitstellen totdat de openstaande rekening is betaald. Aan de andere kant moet een besloten vennootschap vanwege de administratie- en bewaarplicht kunnen beschikken over de stukken uit de eigen administratie. Die stukken vallen daarom niet onder het retentierecht. Als de accountant wordt gevraagd de onbewerkte stukken uit de administratie terug te geven, moet de accountant aan zo’n verzoek gehoor geven.
De AA stelt dat hij nooit de originele stukken heeft gekregen van de klant. Hij werkte digitaal. Dus de klant moet nog altijd de beschikking hebben over die stukken. Omdat de klant daar niets tegenin brengt, moet deze lezing voor waar worden gehouden: de AA treft geen blaam.
Klant had papieren jaarrekening
De tuchtrechter geeft verder aan dat een accountant stukken die hij zelf heeft opgesteld, niet zonder meer hoeft af te geven als de klant niet heeft betaald. “De accountant moet dan een belangenafweging maken.” De AA heeft na het einde van de opdracht de btw-aangifte over het derde kwartaal van 2023 en de loonaangifte over september 2023 nog verzorgd, waarna het volgende kantoor de werkzaamheden voor het boekjaar 2023 heeft overgenomen. De AA heeft toegang tot ExactOnline, waarin een deel van de administratie over 2022 al was verwerkt, geweigerd. Dat deed hij omdat de opdracht was beëindigd, de opvolgend accountant zich kon baseren op de originele stukken en de klant facturen onbetaald heeft gelaten. Wel heeft hij een uitdraai beschikbaar gesteld van de administratie.
De AA heeft een link naar de salarisadministratie verstrekt, maar de klant kon niet inloggen. Dat valt echter de AA niet te verwijten, omdat hij daarvan niet op de hoogte was, aldus de Accountantskamer. Verder had de klant een papieren versie van de jaarrekening 2021, wat voldoende basis was voor de volgende accountant om een start te maken met de administratie over 2022. “Gelet daarop kan niet worden volgehouden dat betrokkene een onterecht beroep op zijn retentierecht heeft gedaan.” Toegang tot de ExactOnline-omgeving valt onder de licentie van het kantoor van de AA. “Vanwege de beëindiging van de opdracht en het geschil over de niet-betaalde facturen is de Accountantskamer van oordeel dat betrokkene geen tuchtrechtelijk verwijt valt te maken dat hij klagers geen toegang heeft verstrekt.”
Geen fouten bij overname
De gang van zaken met betrekking tot de overdracht van het bedrijf aan de zoon stemde bij de klagende partij evenmin tot tevredenheid. De AA zou onder meer een financiering en een fee over het hoofd hebben gezien en daarmee de belangen van de verkopende ouders niet hebben behartigd: ze hebben te weinig gekregen voor het bedrijf. “De Accountantskamer kan echter de kloof niet overbruggen tussen die teleurstelling en een tuchtrechtelijk gegrond verwijt aan het adres van betrokkene. Het is namelijk niet zo dat betrokkene de opdracht had van klagers om in hun belang in onderhandeling met de zoon de meest voordelige overeenkomst tot stand te brengen.” Er zijn nog veel meer partijen betrokken geweest bij de overname, waarvan er een de regie had over het gehele overnameproces, zowel bij de transactie in 2018 als die in 2022. Dat blijkt onder meer uit stukken waarin wordt gesproken over ‘algehele procesbegeleiding’. “Betrokkene heeft financiële gegevens aangereikt ten behoeve van de onderhandelingen tussen klagers en de zoon, maar was niet verantwoordelijk voor de totstandkoming van de verdere afspraken tussen partijen. Het valt bij die stand van zaken betrokkene niet te verwijten dat klagers teleurgesteld zijn over het resultaat van de overdracht.”
Geef een reactie