
Twee ondernemingen maken deel uit van een groep van bedrijven. Namens die groep doet de ene onderneming een TVL-aanvraag voor het eerste kwartaal van 2021. Dat levert € 600.000 subsidie op en een voorschot van € 480.000. Het tweede bedrijf vraagt voor het tweede en vierde kwartaal TVL aan, goed voor respectievelijk € 1,2 miljoen en € 500.000.
Jaarrekening gooit roet in het eten
Maar later vordert het ministerie van Economische Zaken het voorschot terug en de subsidies voor het tweede en vierde kwartaal: er moet dus weer zo’n € 2,2 miljoen worden terugbetaald. Volgens de jaarrekening over 2019 verkeerden de ondernemingen in moeilijkheden aan het eind van het jaar en daarom moeten de aanvragen worden afgewezen. De bedrijven tekenen beroep aan tegen de beslissing.
Verlies niet opgenomen als herwaarderingsreserve
Bij het CBb betogen zij dat het niet alleen gaat om wat er op papier staat, maar dat ook moet worden beoordeeld of het voortbestaan van een onderneming daadwerkelijk in gevaar is. De discussie gaat om een verlies van € 40,8 miljoen uit een juridische fusie. Op de jaarrekening is dat verlies opgenomen in de overige reserves, maar op grond van de richtlijnen voor de jaarverslaggeving had het verlies ook mogen worden opgenomen als herwaarderingsreserve. In dat geval zou het het totale eigen vermogen veel hoger zijn geweest en waren de ondernemingen niet ‘in moeilijkheden’ geweest. Ze vinden dan ook dat ze de dupe zijn van een boekhoudkundige keuze van de accountant, waarvoor ook een alternatief voorhanden was.
Andere optie is niet relevant
Het CBb overweegt dat een onderneming in moeilijkheden verkeert als meer dan de helft van haar geplaatste aandelenkapitaal door de opgebouwde verliezen is verdwenen. En dat blijkt uit de jaarrekening, zodat de minister terecht tot dat oordeel is gekomen. “Dat (de accountant van) de ondernemingen ook andere keuzes had kunnen maken, is niet relevant, alleen al omdat die keuzes niet daadwerkelijk zijn gemaakt. Daarbij betrekt het college dat de ondernemingen, zoals op de zitting toegelicht, ook (bedrijfseconomisch) voordeel hebben gehad van de huidige boekhoudkundige keuzes.”
Bovendien had het ministerie niet hoeven onderzoeken of de onderneming haar activiteiten op korte of middellange termijn kan handhaven.
Niet verenigbaar met interne markt
De bedrijven betogen verder dat het vereiste dat een onderneming niet in moeilijkheden mag verkeren, in de TVL alleen een rol speelt in het kader van de verlening en niet in de vaststellingsfase, maar dat mag niet baten: volgens de Tijdelijke kaderregeling inzake staatssteun geldt dat de steun niet wordt verstrekt aan ondernemingen in moeilijkheden, aldus het CBb: dat wordt op grond van EU-regels beschouwd als niet verenigbaar met de interne markt. “Met andere woorden, de minister zal gebruik moeten maken van zijn bevoegdheid om ervoor te zorgen dat aan ondernemingen in moeilijkheden geen subsidie (staatssteun) wordt verstrekt.”
Even nadenken: hoe ga ik nu in de werkelijkheid om met het idee “dat een onderneming in moeilijkheden verkeert als meer dan de helft van haar geplaatste aandelenkapitaal door de opgebouwde verliezen is verdwenen” wanneer het geplaatste en zelfs ook helemaal volgestorte kapitaal van het voor de plof bestemde BV’tje de riante somma bedraagt, dus nu bedroeg, van € 1?
U geeft het antwoord al. Wanneer volgens de Europese kaders een onderneming in moeilijkheden verkeert betekent dit slechts dat deze onderneming niet voor staatsteun in aanmerking komt. Het staat u vrij deze ondernemer wel te steunen.
Wat is tvl?
Kunnen in het vervolg naast afkortingen ook de vertaling hiervan geven?
Door een slecht doordachte opzet en een zeer rigide uitvoering is de TVL van aanvang af een gemankeerde regeling geweest. Dit is een van de vele voorbeelden.