
Mensen denken meestal niet meteen aan economen als het gaat om het helpen oplossen van de klimaatcrisis; ze worden soms zelfs gezien als de vijand van een gezonde en duurzame ontwikkeling. Mensen denken vaak dat economen koste wat kost ‘meer’ willen. En dan vooral ‘meer groei’, ‘meer geld’ en ‘meer welvaart’. De homo economicus streeft immers alleen het eigenbelang na, zo is de gedachte. Zo verkondigt publicist Rutger Bregman met veel passie dat ‘de bankiers op de Zuidas’ weinig zinvol werk doen, zonder morele ambitie.
In het verlengde hiervan bestaat ook de indruk dat studenten die financiële economie – of finance, in Angelsaksisch jargon – studeren, meer aan zichzelf denken dan anderen. De financiële sector krijgt namelijk al snel een slechte naam door allerlei incidenten. Maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien, betogen drie hoogleraren aan de VU (Arjen Stegemann, Arjen van Witteloos-Tuijn en Remco Zwinkels) in economenvakblad ESB. Zij bepleiten dat de financiële sector een noodzakelijk element is voor effectief klimaatbeleid. Zonder de juiste allocatie van kapitaal zullen vooruitgang en transitie namelijk stagneren.
Beleggen voor de toekomst
Duurzame innovaties zullen moeilijk van de grond komen zonder een deugdelijke financiële onderbouwing. De vraag is hoe kapitaal het beste gemobiliseerd wordt voor groene investeringen. Simpel uitsluiten van ‘vieze’ bedrijven kan contraproductief zijn, omdat zij wel degelijk aan groene innovaties doen, stellen de hoogleraren op basis van wetenschappelijke literatuur. Ook kan een hogere kostenvoet voor bedrijven leiden tot minder vergroening. “Financieel economen zijn nodig om dit soort effecten in kaart te brengen. En om rekensommen te maken over de gevolgen van klimaatrisico’s en het effect daarvan op de financiële markten en de economie.”
Diepe kapitaalmarkten zijn nodig en nuttig voor vergroening en duurzame investeringen. Dus wat pensioenfondsen nodig hebben, aldus de drie, is niet zozeer actievoerders, als wel deugdelijke informatie – informatie over uitstoot en over de gevoeligheid van bedrijven voor de klimaatrisico’s. En datzelfde geldt voor beleidsmakers: wat werkt wel en wat werkt niet? Wat zijn de te verwachten effecten van specifieke interventies, inclusief ‘collateral damage’?
Afscheid van homo economicus
De afgelopen decennia is allang afscheid genomen van de homo economicus in het financieel-economisch (master-)onderwijs, schrijven de drie Amsterdamse hoogleraren. Onder aanvoering van de, vorig jaar overleden, psycholoog Daniel Kahneman hebben (veel) economen in een enorm onderzoekprogramma met inmiddels een decennialange looptijd het strikte nuts-denken rond risico en rendement losgelaten om ruimte te maken voor vertekeningen (of biases) en heuristieken bij besluit- en verwachtingsvorming. Zo is de afdeling Finance binnen de School of Business and Economics zeer actief op het gebied van gedragsonderzoek, getuige ook het feit dat de faculteit het grootste congres wereldwijd organiseert op de VU-campus.
De introductie van behavioral finance vinden de auteurs cruciaal voor de stap naar climate finance. De crux is het belang van een horizonverschuiving. Klimaatrisico begint inmiddels zichtbaar te worden op allerlei plaatsen in de samenleving, maar de discussie gaat vooralsnog vaak over de middellange- tot langetermijntoekomst. Klimaatrisico’s kennen een veel langere horizon. Daarom is een zuivere afweging tussen risico en rendement niet langer afdoende bij het maken van beleggingsbeslissingen. Ook spelen verwachtingen een zeer grote rol, die gevoelig zijn voor vertekeningen en daarop gebaseerde beslissingen – en ook hier geldt: zeker gezien de lange horizon waarmee we hier te maken hebben. Om dat goed te begrijpen heeft de homo sapiens de plaats van de homo economicus ingenomen als belangrijkste verschijningsvorm van de mensachtigen.
Het denken in termen van resultaten is precies wat het klimaatvraagstuk en in het bijzonder de energietransitie nodig hebben. Vooralsnog is het overheidsbeleid druk in de weer met intenties, maar weinig met resultaten. Zeker, er wordt heel veel geld uitgegeven, maar de resultaatgerichtheid ontbreekt. Daarin moet verandering komen als wij als samenleving hechten aan werkelijke vooruitgang, en niet alleen aan ambities en retoriek. Financieel economen kunnen daarbij een sleutelrol vervullen. “Overweeg dus een studie in de richting van financiële economie als je bij wil dragen aan het klimaatvraagstuk” concluderen de auteurs.
Stop maar rustig met het verwachten van enig effect van inspanningen, de inspanningsverplichting zonder verantwoordelijkheid zoals een oprecht ambtenaar en werknemer betaamd, het zal moeten komen van mensen die gaan voor resultaat.