
De man, die in Nederland woonachtig is, gaf als bestuurder van een bemiddelingsbureau in de zorgsector feitelijk leiding aan het opzettelijk indienen van onjuiste btw-aangiften tussen 2016 en 2020. Hierdoor liep de Belastingdienst een belastingtekort op van ruim € 355.929.
Langdurige fraude
Uit het vonnis blijkt dat de man via zijn bedrijf gedurende ruim vier jaar onjuiste aangiften omzetbelasting indiende. Het bedrijf, dat in 2016 werd opgericht, fungeerde als bemiddelaar tussen zorgvragers en zorgverleners. Volgens de rechtbank had het bedrijf geen recht op een vrijstelling van btw, omdat het geen directe zorg verleende maar slechts personeel uitleende. Desondanks gaf het bedrijf in haar aangiften stelselmatig aan dat de omzet onder het nultarief viel, waardoor er geen btw werd afgedragen.
De Belastingdienst ontdekte de fraude tijdens een boekenonderzoek in 2020. Uit verdere controle bleek dat de onjuiste aangiften teruggingen tot het vierde kwartaal van 2016 en doorliepen tot het vierde kwartaal van 2020.
Boekhoudster
De man verklaarde tijdens de rechtszaak dat hij zelf niet op de hoogte was van de onjuistheid van de aangiften en blind vertrouwde op zijn boekhoudster. Volgens hem had hij haar opgedragen de administratie te regelen en was hij niet verantwoordelijk voor de fouten. Maar de rechtbank verwierp dit verweer. Uit correspondentie met de Belastingdienst bleek dat de man al in oktober 2016 op de hoogte was gebracht van de btw-plicht van zijn bedrijf. Bovendien had hij als bestuurder de verantwoordelijkheid om te zorgen voor correcte aangiften. De rechtbank oordeelde dat hij op zijn minst willens en wetens de kans aanvaardde dat de aangiften onjuist waren, wat voldoende was voor opzet.
10 maanden cel
De officier van justitie eiste aanvankelijk 13 maanden gevangenisstraf, maar de rechtbank verlaagde dit naar 10 maanden vanwege een overschrijding van de redelijke termijn. De zaak had volgens de wet binnen twee jaar afgerond moeten worden, maar duurde uiteindelijk bijna vier jaar. Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de fraude, de duur van het delict en de maatschappelijke schade. Belastingfraude ondermijnt het belastingstelsel en legt een extra last op andere belastingbetalers, benadrukte de rechtbank.
Geen zorgvrijstelling
De verdediging had aangevoerd dat het bedrijf mogelijk wel in aanmerking kwam voor een btw-vrijstelling, omdat het actief betrokken was bij de zorgcoördinatie. De rechtbank verwierp dit argument, omdat uit contracten en verklaringen bleek dat het bedrijf puur als bemiddelaar fungeerde en zelf geen zorg verleende.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie