Het Financieele Dagblad berichtte vorige week dat advocaten de forensisch accountant verdringen bij fraudeonderzoek. Op internationaal niveau ligt dat anders. Daar breiden accountantsorganisaties hun juridische afdelingen juist steeds verder uit ten koste van de advocatenkantoren. Dat blijkt uit een artikel van het Britse The Economist.
In de afgelopen jaren zijn klanten van advocatenkantoren zich gaan verzetten tegen de manier waarop advocaten hun kosten declareren. Sommige klanten hebben zelfs hun standaard papierwerk naar goedkope, offshore-centra gedaan voor de verwerking. Maar de ernstigste bedreiging voor het bestaan van de advocatenkantoren zijn de Big Four accounting netwerken (Deloitte, EY, KPMG en PwC). Hun gezamenlijke jaarlijkse omzet is $120 biljoen. Veel meer dan de $89 biljoen omzet gegenereerd door de 100 grootste advocatenkantoren. De juridische afdeling van PwC inmiddels de nummer 10 in de lijst van grootste ‘advocatenkantoren’. Alle juridische afdelingen van de big four-kantoren staan wat grootte betreft in de top-40.
Regelgeving
Vanwege regelgeving kunnen accountantsorganisaties in veel landen geen juridische taken vervullen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten, terwijl dit land goed is voor meer dan een derde van de wereldwijde juridische uitgaven. Ook in veel Europese landen zijn er restricties op de taken die zij mogen uitvoeren. Toch gingen de ‘bean-counters’ zich concentreren op gebieden die hun bestaande diensten aanvullen, zoals immigratie, arbeidsrecht, consulting en due diligence.
Vlak na het begin van de recessie in 2008 veranderden veel landen de regelgeving op het gebied van juridische praktijken. Groot-Brittannië en Australië stonden “multidisciplinaire” praktijken toe. De big four zag weer mogelijkheden op juridisch vlak. Met de flexibiliteit om kortingen te bieden begonnen ze veel juridisch werk binnen te halen. Dit resulteerde in een verdubbeling van de omzet in de afgelopen jaren.
De big four lijken tevreden met een ‘sluipende’ groei en denken niet dat er alarmbellen gaan rinkelen bij de advocatenkantoren. ‘Ik denk niet dat we bestaande advocatenkantoren veel in de weg zitten’, zegt Leon Flavell, hoofd van PwC Legal, tegen The Economist. Maar het doel van PwC is om de omzet van deze juridische afdeling verdubbeld te hebben in 2020, naar 1 miljard dollar per jaar.
De middelgrote kantoren hebben het meeste last van deze zogenoemde ‘bean-counters’. Hun winstmarge staat al onder druk en zij kunnen het niet veroorloven om aan marktaandeel in te boeten. Hun werkzaamheden zijn high-volume en repetitief. Helaas voor hen zijn dit net de zaken die de big four standaardiseren en automatiseren.
Geef een reactie