Banken hebben vetraging opgelopen bij de herbeoordeling van de dossiers van kwetsbare klanten met rentederivaten. De vertraging komt doordat de kwaliteit aanvankelijk te wensen overliet. Na bijsturing van de AFM is de kwaliteit nu over het algemeen voldoende. De AFM vindt dat banken verder hadden moeten en kunnen zijn.
Zes banken moeten ongeveer 17.600 rentederivaten herbeoordelen om te zien of de dienstverlening passend en zorgvuldig is geweest. Deze derivaten lopen bij 14.316 mkb-ondernemingen. Aan het eind van 2014 hadden de banken vijfenvijftig procent van de dossiers van kwetsbare klantgroepen herbeoordeeld en ongeveer vijftien procent van het totaal. De AFM vindt dat banken verder hadden moeten en kunnen zijn.
De AFM constateerde in eerdere onderzoeken, onder meer op basis van dossieronderzoek en gesprekken, dat sommige banken hun cliënten onvoldoende duidelijk maken dat zij bij het aanbieden van rentederivaten geen advies geven. Dit terwijl ze in de regel vaak tegelijkertijd wel adviseren over andere bankproducten. Vooral voor niet-professionele mkb-ondernemingen is het naar de mening van de AFM extra van belang dat zij kunnen rekenen op een zorgvuldige dienstverlening op het gebied van rentederivaten. Zij kunnen kwetsbaar zijn vanwege gebrek aan kennis van en ervaring met rentederivaten. Daarom heeft de AFM de banken opgeroepen om alle lopende derivaten bij het niet-professionele mkb opnieuw te beoordelen. Dit moeten ze doen aan de hand van de bestaande, wettelijke normen waarvan de AFM de belan heeft oegelicht in haar leidraad ‘aanbevelingen rentedreicatendienstverlening’. Ook moeten de banken zo nodig oplossingen bieden.
Eind 2014 zouden de banken de herbeoordeling van de dossiers van de kwetsbare klantgroepen, mkb-ondernemingen met een zogenoemde overhedge (de hoogte of looptijd van het derivaat komt niet overeen met het krediet), klanten van wie het krediet valt onder het bijzonder beheer van de banken en klanten die een complex rentederivaat hebben afgesloten, afgerond te hebben. De banken hebben deze dossiers nu in het eerste kwartaal van 2015 afgerond. Bij vijf van de zes banken is de herbeoordeling van de reguliere dossiers uiterlijk medio 2015 afgerond.
De opgelopen vertraging is grotendeels te verklaren door de verbeteringen die de betrokken banken moesten doorvoeren om de kwaliteit van de herbeoordelingen te verhogen. Uit AFM-steekproeven blijkt dat banken tot nu toe één op de vijf dossiers niet goed genoeg hebben herbeoordeeld (per peildatum 13 februari 2015). De banken hebben de herbeoordeling van diverse dossiers voor een tweede keer moeten uitvoeren of de betreffende dossiers op aanvullende aspecten moeten toetsen. De AFM heeft daar veelal op moeten aandringen. Sommige banken hebben dit (deels) op eigen initiatief gedaan. De kwaliteit van de herbeoordelingen is de afgelopen periode aanmerkelijk verbeterd en is op dit moment over het algemeen voldoende. Dit geeft het vertrouwen dat de banken de herbeoordeling op een goede wijze zullen afronden.
De AFM verwacht in de loop van 2015 de conclusies van de herbeoordelingen te rapporteren.
Geef een reactie