‘Heb jij even voor mij?’ had Joke gevraagd, toen ze de hotelkamer van Daan hadden verlaten. Joke en Wouter hadden ruim anderhalf uur met Daan gesproken. Hij had uitgelegd dat hij Schuimstra een loer had willen draaien, dat hij vol wroeging zat. Dat hij het nooit meer goed kon maken.
De biecht van Daan bezorgde Joke ambivalente gevoelens. Ze had te doen met Daan, ze kon zich voorstellen waarom hij de confrontatie met de maatschap voor zich uit had willen schuiven. Tegelijkertijd was ze heel boos op Daan. Ze vond dat hij zich onverantwoord had gedragen en zelf zijn eigen rotzooi moest opruimen, daar moest hij de maatschap niet mee opzadelen.
Wouter vond Daan net een klein kind. Zeker toen Daan in huilen uitbarstte en aangaf dat hij het zo niet had bedoeld. Hij schaamde zich zo. Hij wist niet meer wat hij moest doen. Dat had je beter van tevoren kunnen bedenken, dacht Wouter. Nu zadel je er je gezin en de maatschap mee op.
Joke klonk geagiteerd. ‘Dus jij wist er van.’
Wouter knikte. Ze stonden in de hal van het hotel te praten. De medewerker aan de balie keek op.
‘Laten we even aan een tafel gaan zitten,’ zei Wouter. ‘Zo hoort iedereen ons.’
Joke liep naar een tafel. Gooide haar tas op een stoel en sissend zei ze: ‘En je vond het niet nodig om ons op de hoogte te stellen?’
Wouter voelde zich ongemakkelijk. Hij hief zijn handen in de lucht.
‘Wat had ik dan moeten doen? Jouw bellen? Een maatschapsvergadering uitschrijven? Toen Daan mijn vertelde wat hij had gedaan, heb ik tegen hem gezegd dat hij het bespreekbaar moest maken in de maatschap. Dat ik dat in ieder geval niet zou doen.’
Joke was nog steeds boos.
‘En ondertussen liet je ons dus denken dat hij volkomen van slag was van het overlijden van Manfred.’
‘Dat was hij uiteindelijk ook. Door dat overlijden kreeg hij te maken met een voldongen feit. Hij kon het nooit meer goed maken tussen hemzelf en Manfred.’
‘Ja, maar als jij ons had verteld wat er was gebeurd, dan hadden wij het allemaal beter kunnen duiden. Nu tasten wij in het duister.’
Wouter keek naar buiten. Het begon weer te regenen. Mensen renden om droog het hotel binnen te komen.
‘Wat had je dan gewild dat ik had gedaan Joke? Ik kan toch niet alles doorbrieven, wat anderen aan mij vertellen. Dat raakt de vertrouwensbasis met iedereen met wie ik zaken doe.’
Joke dacht na. Ze was teleurgesteld in Daan, ze had het nooit van hem verwacht. De gevolgen van die teleurstelling projecteerde ze nu op Wouter. Dat wist ze ook wel. Maar het was ook wel heel erg makkelijk om Wouter helemaal vrij te pleiten. Hij had kennis van iets en daar niets mee gedaan.
‘Ik vind het wel een beetje makkelijk praten, Wouter. Je had op zijn minst toch tegen mij kunnen zeggen dat Daan niet helemaal lekker in zijn vel zat. Dan had ik hem een beetje in de gaten kunnen houden. Ik bedoel maar, tussen jou en mij is er toch ook sprake van een vertrouwensbasis of vergis ik mij?’
Wouter keek Joke diep in de ogen. Hij zag haar teleurstelling. Het liefst had hij een arm om haar heen geslagen. Maar dat ging niet. Altijd professionele afstand bewaren.
‘Twijfel je aan mijn integriteit?’
Joke zuchtte. Ze zag aan Wouter dat hij het er moeilijk mee had. Ze vroeg zich af of ze onredelijk was. Ging ze te ver om Wouter ook verantwoordelijk te houden voor hetgeen Daan had gedaan.
‘Ik twijfel niet aan je integriteit. Misschien ben je af en toe wel te integer. Wil je het allemaal te goed doen. Waardoor je ook fouten maakt.’
Wouter kneep zijn handen tot vuisten. Hij had een hekel aan situaties waarover hij geen controle had. Veel had hij voorzien, maar niet dat Daan naar de fles zou grijpen. Hij had verwacht dat Daan wel bij hem zou terugkomen met het verzoek om hem te helpen het uit te leggen aan zijn collega’s. Dat Daan wat stil en teruggetrokken was geweest had hem niet verbaasd en had hij ook niet verontrusten gevonden. Maar dat Daan zo was gaan malen. Nee, daar had hij geen seconde bij stil gestaan. Zijn mensenkennis had hem danig in de steek gelaten en diep van binnen stak hem dat. Dat Joke hem nu ter verantwoording riep begreep hij ook wel.
‘Weet je. Ik vind dit altijd lastige situaties. Je krijgt iets in vertrouwen te horen en je weet ook dat het een heleboel andere mensen raakt. Tegelijkertijd is dat geen vrijbrief om het allemaal maar door te vertellen. Uiteindelijk blijft toch degene die het verteld verantwoordelijk om zijn kennis te delen. Althans dat is mijn opvatting.’
Joke knikte. De ober vroeg of ze nog wat wilde drinken. Ze bedankte.
‘Ja, daar heb je ook wel gelijk in. Maar ik vind deze situatie uiterst ongemakkelijk.’
Ze keek naar de receptie. Daan was aan het afrekenen. Wat zou hij thuis gaan vertellen?
‘Ik denk dat de receptionist niet vaak mee maakt dat iemand de hele minibar leeg drinkt,’ zei Wouter.
‘Nee en ik denk ook niet dat jij vaak meemaakt dat een vennoot niet komt opdagen omdat hij zich heeft lopen te bezatten.’
Lees hier aflevering 1 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 2 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 3 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 4 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 5 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 6 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 7 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 8 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 9 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 10 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 11 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 12 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Lees hier aflevering 13 van het feuilleton Rumoer in de Maatschap.
Het vorige seizoen van ‘Rumoer in de maatschap’ is hier te bestellen.
Geef een reactie