In een vorig artikel besprak ik de drie redenen voor het opheffen van een BV. In dit artikel worden de verschillende vormen van het opheffen of het einde van een BV besproken.
The Good, The Bad, The Ugly
Als ondernemen met de BV niet het maximale rendement oplevert, kan de BV misschien verkocht worden. Is dat niet interessant? Bijvoorbeeld, omdat er geen koper te vinden is? Dan kan de BV zichzelf opheffen. Bijvoorbeeld omdat de activiteiten niet levensvatbaar meer zijn. Of – in het geval van een stamrecht BV – omdat er geen vermogen meer in zit (en daarmee de stamrecht BV zijn functioneel nut heeft verloren). In zo’n geval is een turboliquidatie of gewone BV liquidatie een optie. Waar een turboliquidatie relatief snel geregeld is, kost een gewone liquidatie al iets meer tijd en aandacht. Echt veel tijd en energie gaan er vaak zitten in derde manier van een BV opheffen: een faillissement. In dat opzicht zijn de drie manieren van het opheffen van een BV vergelijkbaar met ‘The Good (verkopen van je BV) The Bad (ontbinden of opheffen van je BV) en The Ugly (failliet gaan)’.
BV failliet laten gaan
Een faillissement kan worden aangevraagd indien de BV niet meer aan de verplichtingen kan voldoen. Oftewel: de BV is niet meer in staat om kosten en vorderingen (van bijvoorbeeld personeel, leveranciers, belastingdienst en bank) te betalen. Is dit het geval? Dan kan een faillissement worden aangevraagd. Levert de BV nog voldoende op? Dan is verkopen misschien een optie. Is ook dat niet aan de orde? Dan kan het een goed idee zijn om de BV op te heffen of te liquideren. Er zijn dus meerdere wegen die naar Rome – ofwel een verantwoorde opheffing van je BV – leiden. Daarover hieronder meer.
BV verkopen
De beste manier is als de BV gewoon wordt doorverkocht. Op zoek gaan naar een koper kan via de Kamer van Koophandel en uiteraard via het eigen netwerk. Wanneer er een koper gevonden is gevonden, dan kan met een koopovereenkomst aandelen een aandelenoverdracht de BV worden overgedragen. Voordat het zover is, zijn de onderstaande vijf stappen noodzakelijk.
- Cijfers van je BV
De notaris heeft een duidelijke onderbouwing van de koopprijs van de aandelen nodig. - Boekenonderzoek
Je moet de koper informeren over de actuele (financiële) stand van zaken van de BV. - Originele aandeelhoudersregister
De notaris heeft het aandeelhoudersregister nodig om de overdracht uit te voeren; - Aandeelhouder-en bestuurdersbesluiten
In de algemene aandeelhouders vergadering wordt het besluit tot verkoop van de aandelen genomen. - Directiewisseling
De bestuurderswisseling die het gevolg is van de overname, moet worden doorgegeven bij de KvK.
Let op dat er bij zo’n boekenonderzoek wel open kaart wordt gespeeld over de stand van zaken. Verkeert de BV in zwaar weer? Geef dit dan duidelijk aan bij een eventuele koper. Zo wordt voorkomen dat de bestuurder achteraf niet wordt aangesproken op de bestuurdershandelingen en een eventueel alsnog volgend faillissement.
BV opheffen of liquideren
Naast het failliet laten gaan of verkopen, is er ook het opheffen van de BV. Dit kan met een liquidatie of turboliquidatie procedure. De turboliquidatie is doorgaans de snelste manier om een BV te liquideren. Eerst moet daarvoor een besluit tot ontbinding van de vennootschap worden genomen. Dat gebeurt in de algemene vergadering (van aandeelhouders). Door dat besluit houdt de BV in principe direct op te bestaan. Wel moet de liquidatie bij de Kamer van Koophandel in het handelsregister worden gedeponeerd. Komt de BV niet in aanmerking voor een turboliquidatie? Bijvoorbeeld omdat er nog baten zijn? Of omdat er niet aan de andere voorwaarden die beschreven staan in dit artikel wordt voldaan? Dan is een gewone liquidatie een optie.
In een volgend artikel ga ik verder in op de (turbo)liquidatie.
Diederick is Senior bedrijfsjurist bij Firm24 en helpt (online) ondernemers juridische barrières wegnemen zodat ze zorgeloos kunnen ondernemen. Na het behalen van twee Masters studies Rechtsgeleerdheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, heeft hij als jurist inmiddels ruim 5 jaar ervaring in het adviseren van (online) ondernemers over contracten en aansprakelijkheden.
Jan Janssen zegt
In 1999 verkocht ik een werkmaatschappij (BV). Het geld van de opbrengst kwam in mijn Holding (BV) terecht. Omdat de holding geen bankrekeningnummer had, zijn de gelden uit praktische overwegingen op de privérekening van mijn vrouw gekomen (omdat dit toen de makkelijkste en snelste oplossing leek). Verder er dus eigenlijk nooit bij stilgestaan of over nagedacht. In 2003 constateert de Belastingdienst dat er eigenlijk over het totaalbedrag 25 % dividendbelasting betaald zou moeten worden. In 2006 constateren ze dat nogmaals, maar leggen zich er maar bij neer (daar is echter na al die jaren natuurlijk geen afschrift of correspondentie meer van) omdat de Belastingdienst inziet dat de BV zelf geen liquiditeiten meer heeft. Een vordering op de BV zou tot niet leiden. Een ander voorstel van de belastingdienst om dan maar IB over dat jaar (2006) te heffen wordt ook niet doorgezet. Kortom de Belastings-dienst handelt de zaak niet af en laat het er maar bij. Toen was mijn gevoel: uit pure laksheid van de Belastingdienst. Een gelijktijdige vordering in dat jaar (2006) van 100.000,-, die ik had op de belastingdienst omdat ik teveel belasting had betaald, wordt echter niet verrekend omdat de belastingdienst vindt dat deze al na één jaar is verjaard. Kortom, inmiddels zijn wij 23 jaar verder en op papier bezit de BV nog zo’n 400.000,- (de -bevroren- balans is al 16 jaar een kopie van de stand van zaken van 2006) maar in werkelijkheid is deze BV al 23 jaar geheel leeg en bezit dus 0,- euro. Hoe kan ik uit deze impasse komen ? Ik stel mij sinds 2006 op het standpunt dat de Belastingdienst in 2003 een aanslag Vennootschapsbelasting had moeten opleggen op basis van hetgeen zij hadden geconstateerd of het tweede voorstel in 2006 het opleggen van een aanslag IB. Ik stel mij nu op het standpunt dat eventuele vorderingen en claims van de Belastingdienst toch zeker na 7 jaar of 10 jaar na constatering zijn verjaard. Op papier bezit de BV echter nog zo’n 400.000,- maar heeft geen bankrekening en dus 0,- euro aan liquiditeiten of bezittingen. Gelden om te voldoen aan dividend of IB-belasting zijn er nu niet (meer). En sinds 2006 is er geen contact meer over geweest met de Belastingsdienst. Kan ik de BV nu ongestraft en zonder risico opheffen ?