Voor MKB-kantoren die willen overleven en hun AFM-vergunning willen behouden is het bijna ondoenlijk om de vaktechnische functie ‘er maar even bij te blijven doen’. Vaktechnische functies als Head of Audit, Compliance Officer, Hoofd Bureau Vaktechniek en/of Kwaliteitsfunctionarissen worden steeds belangrijker. Sommige MKB-kantoren zijn te groot voor het servet en te klein voor het tafellaken.
Volgend jaar zit ik 30 jaar in het accountantsvak en inmiddels heb ik de nodige facetten ervan zien langskomen, variërend van het fungeren als aandeelhouder, beleidsbepaler, externe accountant, docent, examinator, auteur, onderzoeker en wat dies meer zij. ‘Polen moeten het tekort aan accountants terugdringen,’ kopte het FD in oktober vorig jaar. In november kopte datzelfde FD ‘Gemeenten bieden accountants afbraaktarieven’ en recent was er de kop ‘Gemeenten vrezen zonder accountant te komen zitten’. Het moet echt niet veel gekker meer worden. Klanten die vrezen dat ze geen accountant kunnen krijgen, dat heb ik in al die jaren nooit eerder meegemaakt. Wat wel in al die jaren altijd een aandachtspunt was, was kwaliteit. Zonder dat er een concrete en eenduidige definitie was van kwaliteit, is het niveau ervan steeds een punt van zorg geweest en zal het dit ook blijven.
Definitie kwaliteit
Een goed vertrekpunt vormt DeAngelo’s definitie (1981): ‘Audit Quality is een combinatie van de kans dat de accountant een materiele fout ontdekt in de jaarrekening en de kans dat hij deze rapporteert. Hiermee wordt Audit Quality gezien als een functie van zowel de competentie van de accountant als van zijn onafhankelijkheid.’ In 2014 heeft de IAASB (International Audit and Assurance Standards Board) onder leiding van de Nederlandse prof. dr. Arnold Schilder RA ‘A Framework for Audit Quality’ uitgebracht, waarin kwaliteit meerdimensionaal beschouwd werd vanuit ‘Inputs, Outputs and Context Factors’.
NVKS: verschil accountantsorganisatie en accountantskantoor
Een groot deel van de Nederlandse accountants is actief in het MKB en daarmee als accountantsorganisatie onderworpen aan de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta), voor zover het de wettelijke controles van jaarrekeningen betreft. Zonder dat een concrete definitie van kwaliteit wordt gegeven, wordt in onder andere artikel 18 gesproken over een stelsel van kwaliteitsbeheersing, waarbij kwaliteit gelijk wordt gesteld aan het voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Voor zover het niet de wettelijke controles betreft, is er sprake van ‘Assurance en aan assurance verwante opdrachten’. Hierbij kan gedacht worden aan [assurance:] vrijwillige controles, beoordelingsopdrachten en assurance-opdrachten (anders dan controle of beoordeling) en [aan assurance verwant:] specifiek overeengekomen werkzaamheden of samenstellingsopdrachten. Voor accountantskantoren die actief zijn in deze tak van sport gelden met ingang van 1 januari 2018 de Nadere voorschriften kwaliteitssystemen (NVKS). Sommige accountantspraktijken (overkoepelend begrip voor accountantsorganisatie en accountantskantoor) kwalificeren voor een deel van hun werkzaamheden als accountantsorganisatie (wettelijke controles) en voor de overige werkzaamheden als accountantskantoor (organisatie waar een accountant een NVKS-opdracht uitvoert in opdracht van een externe opdrachtgever). Indien in een accountantspraktijk zowel wettelijke controles als NVKS-opdrachten worden uitgevoerd, kan gekozen worden voor één stelsel van kwaliteitsbeheersing voor de praktijk als geheel, mits voldaan wordt aan beide regelgevingen. De NVKS verstaan onder het voldoen aan (deze) kwaliteitsnormen ‘het voldoen aan de NV COS [Nadere voorschriften controle- en overige standaarden], alsmede aan de verwachtingen van de opdrachtgever, het maatschappelijk verkeer of gebruikers van accountantsverklaringen’.
Hoewel het moeilijk blijft om kwaliteitsnormen ‘in beton te gieten’, zien we gelukkig wel dat het normenkader en de mening hierover van alle relevante partijen steeds concreter wordt. De meerdimensionale kwaliteitsbeschouwing vanuit ‘Inputs, Outputs and Context Factors’ blijft een belangrijke basis. In 2014 heeft de NBA (Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants) – bezien vanuit deze meerdimensionale visie – het rapport ‘In het publiek belang’ uitgegeven. Een rapport waarin de nodige maatregelen worden aangekondigd ter verbetering van de kwaliteit en onafhankelijkheid van de accountantscontrole. Een van deze maatregelen (5.1) schrijft voor dat ‘accountantsorganisaties een kwaliteitsbeheersingssysteem moeten hebben waarin aandacht is voor een beperkte vaste set van de belangrijkste kwaliteitsindicatoren, aangevuld met de kantoorspecifieke normen die van toepassing zijn voor de meting van de kwaliteit’.
Kwaliteitsnormen moving target
Door de tijd heen zie je het kwaliteitsbesef concreter worden, dat is een goede ontwikkeling. Het definiëren van meetbare kwaliteitsindicatoren is een belangrijke basis, zeker als deze meerdimensionaal worden ‘aangevlogen’, waarbij alle relevante ‘stakeholders’ een stem hebben in het definiëren ervan. Hierbij moeten wij ons realiseren dat deze indicatoren niet ‘voor de eeuwigheid’ zijn. De kwaliteitsnormen en de bijbehorende indicatoren zijn een ‘moving target’ dat afhankelijk is van onder andere de maatschappelijke omgeving, de ‘stakeholders’ en andere kenmerken van de tijdsgeest, zoals Blockchain en Singularity om er maar twee te noemen.
In 2008 hebben 699 accountantsorganisaties een niet-OOB vergunning aangevraagd bij de AFM. 463 vergunningen zijn er destijds door de AFM verleend. Nu hebben nog circa 325 accountantsorganisaties een dergelijke vergunning. Begin 2016 bedroeg dit aantal 347 en begin 2015 waren er dit 403. Zonder diepgaand onderzoek te hebben uitgevoerd, zie ik het aantal vergunningen de komende tijd nog fors dalen. Enerzijds vanwege een toenemende hoeveelheid wet- en regelgeving en samenhangend daarmee de toenemende en concreter wordende kwaliteitseisen.
1 januari 2018
Wat betekent de alsmaar toenemende hoeveelheid wet- en regelgeving, in het bijzonder de kwaliteitsregels, en het feit dat er sprake is van een ‘moving target’, voor de MKB-kantoren? De kantoren zonder AFM-vergunning moeten aan de slag om de NVKS te implementeren voor 1 januari 2018. De kantoren met een AFM-vergunning hebben (nog) veel meer vaktechnische verplichtingen. Aangezien deze kantoren veelal ook NVKS-opdrachten uitvoeren, zullen zij – evenals de andere kantoren – de NVKS moeten implementeren, maar ook de maatregelen uit het rapport ‘In het publiek belang’, hetgeen geen sinecure is. Neem bijvoorbeeld maatregel 1.4 die gaat over cultuurmeting. Voor een MKB-kantoor een arbeidsintensieve taak waarbij de medewerkers geënquêteerd dienen te worden, waarna de uitkomsten geïnterpreteerd en vervolgens weer gecommuniceerd moeten worden. Vervolgens dienen acties te worden uitgezet en opgevolgd. Op grond van maatregel 5.1 dienen kwaliteitsindicatoren te worden benoemd zodat de kwaliteit – door de tijd heen – gemeten kan worden. Afgezien van dergelijke grote vaktechnische projecten moet ook gedacht worden aan de aanzienlijke hoeveelheid van dagdagelijkse actualiteiten die deze MKB-kantoren moeten implementeren. Zonder compleet te zijn noem ik bijvoorbeeld de jaarlijkse invoering van de NBA-voorbeeldteksten van de jaarrekeningen, de implementatie van de nieuwe format controleverklaringen, de impact van de gewijzigde verplichtingen ten aanzien van het bestuursverslag, de wijzigingen in het burgerlijk wetboek, de gewijzigde richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving en de gevolgen van de aangepaste regels voor de praktijkopleiding. Het feit dat deze blijven wijzigen en dat de vaktechnische lat steeds hoger komt te liggen, heb ik aangeduid als een ‘moving target’.
Overleven
Voor MKB-kantoren die de komende periode willen overleven en de AFM-vergunning willen behouden is het bijna ondoenlijk om de vaktechnische functie ‘er maar even bij te blijven doen’. Ofschoon organisaties als het SRA uiterst behulpzaam zijn, zullen vaktechnische functies als Head of Audit, Compliance Officer, Hoofd Bureau Vaktechniek en/of Kwaliteitsfunctionarissen steeds belangrijker worden. Sommige MKB-kantoren zijn te groot voor het servet en te klein voor een tafellaken. Meer dan ooit zullen de vaktechnische (kwaliteits) functies structureel moeten worden ingekocht.
Eric J.H.J. Mantelaers RA AA CISA C|CISO
Eric Mantelaers is audit partner en hoofd Bureau Vaktechniek bij RSM Nederland Accountants N.V., docent aan de postdoctorale accountantsopleiding van Maastricht University, lid van het Lectoraat Optimaliseren Kennisintensieve Bedrijfsprocessen van Hogeschool Zuyd en PhD fellow van Open Universiteit. Dit artikel is geschreven op persoonlijke titel.
Geef een antwoord