Een consument met een beleggingsverzekering uit 1990 bij ASR heeft zich tevergeefs bij de Commissie van Beroep van Kifid beklaagd. De klager is van mening dat hij door de verzekeraar voor het afsluiten van de LevensPlan-verzekering onvoldoende is geïnformeerd. De Commissie van Beroep concludeert dat op basis van de wet- en regelgeving in 1990 de verzekeraar niet verplicht was om – ongevraagd – informatie te verstrekken over de hoogte van de kosten, het hefboom- en inteereffect en over de gevolgen hiervan voor het beoogde eindkapitaal. Verzekeraar ASR hoeft aan de klager geen schade te vergoeden, blijkt uit de dinsdag gepubliceerde uitspraak.
Prognose
De klager sluit in maart 1990 door bemiddeling van een onafhankelijke tussenpersoon een beleggingsverzekering (LevensPlan) af voor de duur van 30 jaar. Met het eindkapitaal wil de consument te zijner tijd zijn hypotheek aflossen. Tussentijds wordt de berekeningsdatum gewijzigd van maart 2018 naar oktober 2012. Wanneer de beleggingsverzekering in oktober 2012 afloopt, keert de verzekeraar ruim 57.000 euro uit. Dit is aanzienlijk lager dan het in de offerte genoemde ‘prognosekapitaal’ waarop consument had gerekend. De consument vindt dat de verzekeraar het verschil tussen het prognosekapitaal en wat uiteindelijk is uitgekeerd moet vergoeden, omdat hij vóór het afsluiten van de beleggingsverzekering onvoldoende is geïnformeerd.
Informatieplicht
In 1990 waren er nauwelijks beschermende regels voor consumenten. Op de verzekering zijn de door verzekeraar gehanteerde Algemene voorwaarden ’89 van toepassing verklaard. Bij het afsluiten van deze beleggingsverzekering in maart 1990 golden de Regeling algemene voorwaarden en de Richtlijn oneerlijke bedingen nog niet. Wel waren partijen ook toen gebonden aan de algemene voorwaarden, ongeacht of zij die wel of niet hadden gelezen. Wanneer deze consument de van toepassing zijnde algemene voorwaarden goed had gelezen, dan had hij kunnen weten dat de verzekeraar aanvullende administratiekosten in rekening zou brengen, oordeelt de commissie. Los daarvan had de klager over de kosten nadere vragen kunnen stellen, maar heeft dat niet gedaan. De Commissie van Beroep concludeert dat de in de offerte verstrekt informatie voor de klager kennelijk voldoende was om de verzekering destijds af te sluiten. De verzekeraar was op grond van de in 1990 geldende regels niet verplicht om consumenten ongevraagd te informeren over de hoogte van de kosten. Datzelfde geldt voor het geven van informatie over de gevolgen van deze kosten voor het uiteindelijke beleggingsresultaat.
Geef een reactie