Mag een accountant geld uitlenen aan zijn klant? Wanneer een faillissement dreigt van een klant, wat is dan professioneel en zorgvuldig gedrag van de accountant richting de ondernemer? En kunnen overwerksalaristrookjes ten gunste van de betrokken DGA die zien op overwerk in de afgelopen 6 jaar zo maar ineens valide onderbouwd worden? En tenslotte is het gebruikelijk dat betrokken ondernemer een schuld had aan het kleine lokale accountantskantoor van meer dan € 800.000?
Dat waren – kort samengevat – de grote vragen die afgelopen vrijdag voor de Accountantskamer (zaak nr. 18/1806) aan de orde kwamen in een procedure aangespannen door het Openbaar Ministerie tegen een AA. En de rechter begon de zitting met de opmerking dat eventuele nieuwe informatie die in deze zitting van de Accountantskamer niet mag worden gebruikt in een strafproces wegens mogelijke betrokkenheid bij faillissementsfraude dat ook nog tegen de betrokken AA loopt.
Raadsels
Omdat er ook nog andere procedures tegen de betrokken AA lopen liet het OM misschien wel niet het achterste van de tong zien. Feit is echter wel dat de failliete ondernemer middels zijn BV en CV wel een schuld had bij het kantoor van € 800.000. Een bedrag dat volgens het OM is opgebouwd uit een ‘debiteurenvordering van ruim € 461.000 en diverse leningen met een totaalbedrag van maar liefst € 345.000. De debiteurenvordering ziet overigens op de jaren 2006 tot en met 2012, zo verklaarde de aangesproken AA. Om deze vorderingen veilig te stellen heeft de AA overigens een pandrecht gevestigd. Daarnaast heeft de betrokken AA ook een overlijdensrisicoverzekering afgesloten op het leven van de betrokken ondernemer. Die in augustus vorig jaar is overleden.
Objectiviteit en onpartijdigheid
Op de vraag van het OM en ook de leden van de Accountantskamer of de AA voldoende maatregelen genomen had om zijn objectiviteit en integriteit te borgen antwoord de AA met een onomwonden ‘Ja’. Hij had immers maatregelen genomen om de aan hem verplichte schulden zo veilig mogelijk te stellen. Door o.a. het gevestigde pandrecht en de door hem afgesloten overlijdensrisicoverzekering op het leven van de klant. Het ongetwijfeld gewenste antwoord in de trant van ‘Ik heb het dossier door een collega-accountant mede laten beoordelen,’ kwam ook na meerdere keren herhalen van de vraag vanuit de verschillende leden van de Accountantskamer niet! Wel wees de advocaat van de AA erop dat het kantoor in het verleden goed uit de kwaliteitstoetsingen .
Op een vraag of een vordering van een aantal tonnen voor een klein kantoor als van de AA misschien wel veel was kwam als antwoord dat het wel om gemiddeld 10% a 15% van de jaaromzet van het kantoor ging.
Verloning overuren met terugwerkende kracht van 6 jaar
Tenslotte wordt de AA ook nog verweten dat hij in de opmaat naar het faillissement van zijn cliënt ten behoeve van zijn cliënt overwerk verloonde over de voorafgaande 6 ½ jaar terwijl daar volgens het OM geen enkele ‘aantoonbare’ onderbouwing voor bestond.
Verjaard
De betrokken AA en dan vooral verwoord door zijn advocaat bestrijdt de rechtmatigheid van de klachten zoals door het OM naar voren gebracht. Een aantal van de onderliggende gebeurtenissen is volgend de advocaat van de AA inmiddels verjaard. De advocaat wijst erop dat de onderhavige faillissementen in december 2018 inmiddels zonder verdere juridische procedures zijn afgesloten. Hij wijst erop dat de kwaliteitstoetsers namens de beroepsorganisatie geen bezwaren vonden bij het kantoor. Tevens stelt de advocaat dat het accountants niet verboden is geld uit te lenen aan hun cliënten, mits de objectiviteit en onpartijdigheid maar geborgen is.
De Accountantskamer verwacht over ruim 15 weken met een uitspraak te komen. De andere strafrechtelijke procedures tegen de betrokken AA lopen gewoon door.
Accountantskamer nr 18/1806
Geef een reactie