Een voormalige klant van het Rotterdamse administratie- en belastingadvieskantoor &Dutilh heeft op een bijzondere manier geprobeerd om onder betaling van bijna €12.000 aan openstaande facturen uit te komen. Nadat de kantonrechter de vordering van &Dutilh richting het eveneens Rotterdamse Gastechnisch Installatiebedrijf De Waakvlam B.V. toewees koos dat bedrijf voor een frontale tegenaanval. Niet het installatiebedrijf, maar juist &Dutilh zou flink tekortgeschoten zijn in haar administratieve dienstverlening. Ontbinding van de overeenkomst was daarom op z’n plaats, voerde De Waakvlam in hoger beroep bij het Gerechtshof Den Haag aan. Het hof laat echter niets heel van dat betoog en bepaalt dat De Waakvlam niet onder betaling uitkomt.
Uitspraak: ECLI:NL:GHDHA:2021:90
&Dutilh deed sinds 2011 de verwerking van de financiële administratie en diverse belastingaangiften en stelde de jaarrekeningen op voor De Waakvlam. Er ontstonden echter achterstanden in de betaling van de facturen van het administratiekantoor en ondanks herhaalde sommaties en aanmaningen betaalde De Waakvlam niet. Eind 2018 bracht De Waakvlam de administratie onder bij een nieuwe boekhouder, maar &Dutilh liet het daar niet bij zitten. De kantonrechter wees de vordering van &Dutilh toe en veroordeelde het installatiebedrijf tot betaling van de openstaande facturen. Het verweer van De Waakvlam dat de vordering al was voldaan hield geen stand.
Nieuw verweer in hoger beroep: ernstige fouten boekhouding
De Waakvlam ging echter in beroep tegen die uitspraak en kwam bij het hof met een nieuw verweer. Het bedrijf stelde ineens niet verplicht te zijn tot betaling van de facturen, omdat &Dutilh ernstige fouten zou hebben gemaakt bij het voeren van de boekhouding. Ter onderbouwing van die stelling kwam De Waakvlam met de bevindingen van een ander bedrijf, dat die conclusie na boekenonderzoek had getrokken. De Waakvlam verweet &Dutilh nu dat het de door De Waakvlam aangeleverde gegevens zonder meer had verwerkt, hoewel er aanleiding behoorde te zijn om te vermoeden dat er sprake was van onjuistheden, onregelmatigheden en onvolledigheden. Van &Dutilh mocht volgens het bedrijf verwacht worden dat zij De Waakvlam meer actief met betrekking tot het aanleveren van gegevens zou informeren en bijsturen en De Waakvlam afdoende zou begeleiden en waarschuwen voor eventuele tekortkomingen.
Tekortgeschoten
Door dat niet te doen zou &Dutilh niet gehandeld hebben zoals van een redelijk bekwaam en redelijk handelend boekhouder mag worden verwacht en was &Dutilh volgens de klant tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst of had &Dutilh onrechtmatig gehandeld jegens De Waakvlam. De Waakvlam had op basis hiervan de overeenkomst met &Dutilh ontbonden en tevens aanspraak gemaakt op terugbetaling van de op basis van de overeenkomst gemaakte kosten en schadevergoeding, die in een aparte procedure zullen worden gevorderd, voerde De Waakvlam aan.
Geen ingebrekestelling
Het hof oordeelt echter dat het verweer van de installateur niet kan slagen. De bevoegdheid tot ontbinding ontstaat pas wanneer de schuldenaar in verzuim is, tenzij nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is (artikel 6:265 lid 2 BW). &Dutilh heeft in dit verband aangevoerd dat De Waakvlam haar nooit in gebreke heeft gesteld en dat dit wel had gemoeten nu het mogelijk zou zijn geweest eventuele fouten te herstellen, onder meer met een suppletie aangifte voor wat betreft de BTW. De Waakvlam heeft niet betwist dat het voor &Dutilh mogelijk zou zijn geweest om de eventuele fouten te herstellen. Dit betekent dat De Waakvlam pas bevoegd was de overeenkomst te ontbinden nadat &Dutilh in verzuim was geraakt. Vast staat dat De Waakvlam &Dutilh niet in gebreke heeft gesteld overeenkomstig artikel 6:82 BW. Ook is niet gesteld of gebleken dat &Dutilh op andere wijze in verzuim is geraakt, zodat artikel 6:265 lid 2 BW aan ontbinding van de overeenkomst door De Waakvlam in de weg staat.
Niet tekortgeschoten
Het verweer faalt naar het oordeel van het hof ook om de volgende reden. &Dutilh heeft de stelling van De Waakvlam dat zij is tekortgeschoten in de uitvoering van de overeengekomen werkzaamheden gemotiveerd betwist. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de gestelde fouten in de boekhouding allemaal betrekking hebben op het jaar 2016, terwijl &Dutilh voor het jaar 2016 geen jaarrekening heeft opgemaakt omdat De Waakvlam de daarvoor benodigde stukken, ondanks herhaald verzoek, niet had aangeleverd. Voorts heeft zij aangevoerd dat het gebruikelijk is dat pas nadat de administratieve bescheiden compleet zijn aangeleverd controle plaatsvindt op de juistheid van alle ingeboekte mutaties, zodat &Dutilh zelf eventuele omissies – voor zover daarvan al sprake is – bij het opmaken van de jaarrekening over 2016 zou hebben ontdekt en hersteld. ‘
Geen beschikking over benodigde stukken
&Dutilh heeft ten slotte verwezen naar verschillende e-mailberichten die zij aan De Waakvlam heeft gestuurd, waarin zij De Waakvlam steeds met toenemende urgentie vraagt om ontbrekende stukken over 2016 aan te leveren, De Waakvlam aanbiedt om mee te helpen de administratie beter te laten verlopen en De Waakvlam waarschuwt voor de gevolgen van het niet tijdig aanleveren van de gevraagde informatie. Nu De Waakvlam tegen het voorgaande en de door &Dutilh in het geding gebrachte correspondentie met De Waakvlam niets heeft ingebracht, moet ervan worden uitgegaan dat &Dutilh niet de beschikking heeft gekregen over de voor het uitvoeren van haar werkzaamheden benodigde informatie en stukken, oordeelt het hof.
In het licht hiervan is de stelling van De Waakvlam dat &Dutilh is tekortgeschoten in de nakoming van haar verbintenissen uit overeenkomst, in het bijzonder dat zij de door De Waakvlam gestelde fouten in de boekhouding heeft gemaakt, onvoldoende onderbouwd. Aan bewijs wordt niet toegekomen. Dit betekent dat er in ieder geval voor De Waakvlam ook geen grond was om de overeenkomst te ontbinden.
Het hof bekrachtigt daarom het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Rotterdam.
Geef een reactie