Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zou zich opnieuw moeten gaan buigen over de veroordeling van een voormalige RA die vorig jaar een celstraf van 9 maanden kreeg opgelegd omdat hij als eigenaar-bestuurder van een kozijnenfabriek jarenlang fraudeerde met de belastingaangiften. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Hofstee aan de Hoge Raad. Een deel van de bewezenverklaringen is namelijk niet toereikend gemotiveerd, concludeert de AG. De Hoge Raad neemt een zogeheten conclusie (advies) van een AG meestal over, maar niet altijd. Dat zal de voormalige RA mogelijk enige hoop bieden op een mildere straf.
Doorhaling en celstraf
De Belastingdienst startte in 2014 een boekenonderzoek bij het bedrijf van de RA nadat verschillen waren ontdekt in de opgegeven omzet van een onderliggende BV die managementdiensten leverde aan de onder de holding vallende bedrijven. Dat leidde tot een strafrechtelijk onderzoek. De RA erkende dat hij opzettelijk onjuiste BTW-aangiften had gedaan om de liquiditeit “binnen de club” te houden. Daarbij dacht hij naar eigen zeggen puur aan de continuïteit van de onderneming “omdat hij wel eens een keertje iets wilde hebben dat wel zou lukken”. De rechtbank veroordeelde de voormalige RA op basis daarvan begin 2017 tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan drie voorwaardelijk. Het OM diende ook een tuchtklacht in. De inmiddels uitgeschreven accountant werd in die zaak door de Accountantskamer voor de maximale periode van tien jaar doorgehaald.
Belastingfraude, vervalste kilometeradministratie en factuur
De man tekende hoger beroep aan tegen de strafrechtelijke veroordeling, maar bereikt daar niet veel mee. In hoger beroep achtte het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden het vorig jaar bewezen dat de man zich van december 2012 tot en met juni 2015 schuldig heeft gemaakt aan een zestal misdrijven die allen tot doel hadden om financieel gewin te behalen. Zo heeft hij feitelijke leiding gegeven aan het doen van onjuiste aangiften voor de omzetbelasting, loonbelasting en premie volksverzekeringen door twee bedrijven waar hij mede-eigenaar van was, oordeelde het hof. Voor een van de twee bedrijven heeft de voormalige RA een vervalste kilometeradministratie bij de belastingdienst ingediend die betrekking had op een periode van drie jaar. Ook staat volgens het hof vast dat hij een factuur vervalste. Het benadelingsbedrag wordt door het hof begroot op rond de tweehonderdduizend euro. De man werd daarom opnieuw veroordeeld tot negen maanden celstraf.
Hoge Raad
Nu blijkt dat de doorgehaalde RA daarna nog naar de Hoge Raad is gestapt. Namens de verdachte zijn daar zes middelen van cassatie voorgesteld, gericht tegen de bewezenverklaring van de feiten en de strafoplegging. De AG geeft de verdediging nu deels gelijk. Zo steunen enkele bewezenverklaringen op één enkele bron: de opgaven van de verdachte. Daarmee zijn die bewezenverklaringen dus ontoereikend gemotiveerd. Ook een ander middel slaagt, aangezien de bewijsvoering van het hof wat de AG betreft tekortschiet met betrekking tot de bewezenverklaring van een ander feit. Uit de gebruikte bewijsmiddelen kan namelijk niet volgen dat, zoals het hof heeft bewezenverklaard, de BV van de voormalige accountant onjuiste aangiften voor de loonbelasting en premie volksverzekeringen heeft gedaan.
De conclusie van de AG strekt dan ook tot vernietiging van de bestreden uitspraak van het hof, maar uitsluitend voor wat betreft een deel van de beslissingen. De AG adviseert de Hoge Raad terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden om de zaak met betrekking tot dat deel opnieuw te berechten en af te doen. Voor het overige zou het beroep moeten worden verworpen.
Of de Hoge Raad de conclusie overneemt moet nog worden afgewacht. Als dat gebeurt zal de RA daarna opnieuw enige tijd moeten afwachten wat het oordeel van het hof wordt na terugverwijzing.
Wim zegt
Negen jaar of negen maanden: De man werd daarom opnieuw veroordeeld tot negen jaar celstraf.
Redactie Accountancyvanmorgen zegt
Dank, we hebben het inmiddels aangepast.