In de omvangrijke fraudezaak waarin de Rotterdamse woningcoöperatie Vestia het slachtoffer was, zijn 19 personen en 14 bedrijven veroordeeld voor omkoping, oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen. Dat heeft de rechtbank in Den Haag beslist.
Twee Vestia-medewerkers spraken tussen 2015 en 2018 met een groot aantal schoonmaak- en onderhoudsbedrijven af dat deze bedrijven werkopdrachten van Vestia zouden krijgen, in ruil voor een deel van de omzet of betaling van een extra bedrag. Met behulp van tussenpersonen werd de aanbestedingsprocedure van Vestia gemanipuleerd. Zo mochten de schoonmaakbedrijven na het verstrijken van de deadline hun offerte aanpassen, zodat ze als beste uit de bus kwamen.
Nauwkeurig bijgehouden
Opvallend is hoe nauwkeurig de Vestia-medewerkers en de tussenpersonen bijhielden hoeveel geld er onderling te verdelen was. In excel-sheets werd precies en up-to-date bijgehouden welk bedrijf welke opdracht gekregen had en tegen welke opdrachtsom. In de overzichten stond ook hoeveel het werk in werkelijkheid kostte, en hoe het overschot verdeeld moest worden en wie nog wat tegoed had. Verbazingwekkend is ook de intensiteit en snelheid waarmee er werd gebeld, gechat en gemaild om een offerte of factuur aan te passen – te vervalsen – en het gemak waarmee de prijzen werden opgehoogd.
Straffen
De rechtbank heeft aan de twee hoofdverdachten gevangenisstraffen opgelegd van dertig en twaalf maanden. Bestuurders van de bedrijven die met de fraude meededen hebben straffen gekregen die variëren van negen maanden cel tot 240 uur taakstraf. Voor de bedrijven zelf waren er bovendien geldboetes, oplopend tot € 50.000,-. Ook heeft de rechtbank gevangenisstraffen opgelegd aan tussenpersonen die de fraude mogelijk en gemakkelijker maakten.
In sommige gevallen heeft de rechtbank zwaarder gestraft dan de strafeis van de officieren van justitie. Dat geldt met name voor de tussenpersonen. Die hebben een actieve en onmisbare rol gespeeld in de fraude en ervoor gezorgd dat ook andere bedrijven erbij betrokken raakten. Dat heeft zo ondermijnend gewerkt, dat de rechtbank een (hogere) onvoorwaardelijke gevangenisstraf meer op zijn plaats vindt.
De veroordeelde bedrijven en personen moeten ook de schade terugbetalen die Vestia in dit proces op ze heeft willen verhalen. Vestia zelf schat de totale schade als gevolg van de fraude in op bijna drie miljoen euro.
Zie ook:
Flinke celstraffen geëist tegen hoofdverdachten Vestia-fraude
Geef een reactie