Een accountant bij de FIOD deed onderzoek naar een fiscaal adviseur die mogelijk strafbare feiten had gepleegd. Volgens de fiscaal adviseur bevatte het proces-verbaal fouten en had de accountant dit moeten weten. De Accountantskamer deed 24 januari uitspraak.
De fiscaal adviseur had een cliënt uit de entertainment wereld. In die hoedanigheid was hij betrokken bij het opzetten van een structuur met buitenlandse vennootschappen en bankrekeningen. Dat zou de cliënt bij fiscale emigratie belastingvoordeel opleveren. De cliënt was echter niet tevreden over het advies, verbrak de relatie en klaagde de adviseur aan. De rechtbank oordeelde in 2018 dat van toerekenbare tekortkomingen van de adviseur niets gebleken was.
Proces-verbaal
Toen de FIOD de fiscaal adviseur verdacht van mogelijk strafbare feiten werd daarbij ook de zaak van de cliënt uit de entertainment wereld betrokken. Op 22 februari 2018 stelde een accountant die werkzaam was bij de FIOD een aanvangsproces-verbaal op. Vanwege dit proces-verbaal diende de fiscaal adviseur een klacht in bij de Accountantskamer: er zouden fouten hebben gestaan in het document en de accountant van de FIOD had dit geweten of had dit moeten weten. De zaak diende in oktober bij de Accountantskamer.
Niet ontvankelijk?
De accountant betoogde allereerst dat de zaak niet ontvankelijk zou moeten worden verklaard omdat hij geen professionele dienst als bedoeld in artikel 1 van de VGBA had verricht. Zijn werkzaamheden bestonden uit het doen van onderzoek naar signalen dat de fiscaal adviseur mogelijk schuldig was aan een of meer strafbare feiten. In dat kader heeft hij bronnen verzameld en onderzocht. Daarbij heeft hij geen controle-, beoordelings- of assurance-opdrachten, of aan assurance verwante opdrachten uitgevoerd. Maar hierin ging de Accountantskamer niet mee. Blijkens de toelichting van de VGBA moet het begrip professionele dienst ruim worden opgevat. Zodra bij werkzaamheden vakbekwaamheid wordt aangewend is daar al sprake van. Gelet op de materie had de accountant naar het oordeel van de Accountantskamer bij het onderzoek gebruik gemaakt, of diende hij althans gebruik te hebben gemaakt van zijn vakbekwaamheid.
Letterlijke citaten
Maar met de inhoud van de klacht was de Accountantskamer snel klaar. De vier passages die volgens de fiscaal adviseur feitelijk onjuist waren in het proces-verbaal, had de accountant letterlijk overgenomen uit de dagvaarding of verhoren van getuigen. En in andere gevallen had de accountant voldoende reden om aan te nemen dat de passages feitelijk juist waren. De klacht werd dan ook ongegrond verklaard.
Lees hier de uitspraak: 21/556 Wtra AK
Geef een reactie