
Het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie en de FIOD moeten voor eens en altijd stoppen met het heimelijk inzien en vergaren van e-mailcorrespondentie tussen advocaten en hun cliënten, oftewel met structurele schendingen van het verschoningsrecht. Dit was de inzet van het kort geding dat dinsdag 22 februari 2022 diende bij de rechtbank Den Bosch.
De zaak tegen de staat is aangespannen door advocatenkantoor Stibbe, met steun van onder meer de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten (NVSA). Volgens de advocaten schenden OM en Fiod moedwillig en op grote schaal het verschoningsrecht. Stibbe noemt de werkwijze ‘schandalig’ en ‘een flagrante schending’ van de regels.
De kwestie speelt al jaren en draait om het onderzoek naar vermogensbeheerder Box Consultants, dat onder anderen leden van het koninklijk huis als klant heeft. Dit bedrijf wordt door justitie verdacht van valsheid in geschrifte. In het onderzoek vorderde het OM in september 2015 bij een hostingbedrijf alle e-mails van Box Consultants, in totaal 2 miljoen stuks. Daartussen zaten emails van BDO Accountants maar ook 3.115 mails tussen Box Consultants en de advocaten van Stibbe. Deze communicatie tussen advocaten en hun cliënten valt onder het verschoningsrecht, maar omdat de mails in het geheim waren gevorderd, wist Stibbe niet van de inbeslagname. De advocaten kwamen er later bij toeval achter dat het OM en opsporingsambtenaren over mails van hen beschikte.
Stibbe deed een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur en kreeg de handleiding hoe het OM omgaat met geheimhoudersinformatie. De handleiding was echter grotendeels zwartgelakt. Na aanhoudende verzoeken verkreeg Stibbe de niet-zwartgelakte ‘ongecensureerde’ handleiding. Daaruit bllijkt, volgens de advocaten, dat het OM een werkwijze hanteert waarbij de rechter bewust buitenspel wordt gezet. De beslissing of informatie onder het verschoningsrecht valt en of het verschoningsrecht moet worden doorbroken, trekt het OM naar zichzelf toe, aldus Stibbe.
Het OM stelde dinsdag tijdens het kort geding dat het wettelijk is geregeld dat de officier van justitie inhoudelijk kennis moet nemen van ‘van informatie waarop mogelijk het verschoningsrecht rust’ die met ‘bijzondere opsporingsmethoden’ zijn verkregen. Dat was het geval met deze mails, aldus het OM. Dan wil het OM in een lopend onderzoek niet direct aan de grote klok hangen dat die e-mails in beslag zijn genomen, want dat kan het onderzoek verstoren. Vervolgens moet de officier van justitie wel inhoudelijk kennis nemen. Hoe moet hij anders toetsen of de stukken onder het verschoningsrecht vallen? En dat is, zo stelden de advocaten van het OM, juist wel wettelijk geregeld. Het OM stelt dat er zelfs extra waarborgen zijn ingebouwd om ervoor te zorgen dat het verschoningsrecht niet wordt geschonden. Zo is de officier van justitie, die de inhoudelijke toets uitvoert, niet bij het betreffende onderzoek betrokken, aldus het OM.
Maar volgens Stibbe rammelt de werkwijze van het OM aan alle kanten en zijn er allerlei fouten gemaakt. Zo bleek uit onderzoek van Stibbe dat ook opsporingsambtenaren die helemaal niet bij het Box-onderzoek betrokken waren toegang tot de mails hadden. Twee advocaten van Stibbe schrijven op internet: ‘Wij begrijpen wel waarom deze Handleiding geheim moest blijven en waarom het OM zich altijd met hand en tand heeft verzet tegen openbaarmaking daarvan. Dat heeft niets te maken met voorkomen dat “de opsporing en vervolging van strafbare feiten zou kunnen worden gefrustreerd”, zoals het OM stelde om te verantwoorden dat de Handleiding nagenoeg integraal was zwartgelakt. De werkelijke reden is dat de Handleiding het daglicht niet kan verdragen. Uit de Handleiding blijkt namelijk dat het OM zich al jarenlang (in ieder geval sinds 2014) in strijd met de wet en rechtspraak van de Hoge Raad het recht toe-eigent om inzage te nemen in geheimhouderinformatie en de rechterlijke toets daarbij bewust omzeilt. In een rechtstaat is dit onbestaanbaar. De werkwijze moet per direct worden beëindigd en de toets van het verschoningsrecht moet terug naar waar hij hoort: bij de rechter.
De rechter doet op 22 maart uitspraak.
Als baby heb je verschoningsrecht, als advocaat ben je transparant.