
De in 2020 op staande voet ontslagen CEO van handelshuis VCKG heeft bij het gerechtshof met succes geprotesteerd. Zijn werkgever had hem niet mogen ontslaan omdat de redenen onvoldoende duidelijk zijn gemaakt én omdat het daaraan ten grondslag liggende rapport van forensisch accountant Integis niet deugt, oordeelt het hof. Dat levert de ex-topman een schadevergoeding van ruim € 330.000 op.
Het was vorig jaar een geruchtmakende zaak: de topman van handelshuis Van Caem Klerks Group (VCKG), dat handelt in luxe producten, was op straat gezet omdat hij met een eigen bedrijf concurreerde met zijn werkgever. Bovendien kwamen uit onderzoek andere zaken naar boven, zoals prostitueebezoek, foute grappen en antisemitisme.
Waar draait de zaak om?
De man werkte sinds 2009 bij VCKG (Van Caem Klerks Group) en was sinds begin 2018 CEO. In oktober dat jaar verhuisde hij naar Cyprus, waar hij voor 13 uur per week ging werken bij een lokaal dochterbedrijf, naast zijn CEO-schap. Daarnaast was hij onder meer de UBO van het bedrijf Yard Line, dat in 2020 een factuur van een slordige drie ton neerlegt bij een dochterbedrijf van VCKG. Daarover stelt de oprichter/eigenaar van VCKG hem in augustus van dat jaar vragen, naar aanleiding van gegevens die op een oude zakelijke telefoon zijn gevonden. Daaruit rijst de verdenking dat de CEO zich via Yard Line met niet-toegestane concurrerende activiteiten bezighoudt en dat hij ‘ontoelaatbare uitingen’ heeft gedaan. VCKG schakelt onderzoeksbureau Integis in om de zaak uit te diepen, terwijl de CEO op non-actief wordt gesteld.
Snel ontslag
Al begin september wordt de CEO op staande voet ontslagen. Documenten van Integis tonen een ‘compleet gebrek aan respect voor onze waarden, mensen en overeenkomsten’, aldus VCKG, dat zegt geschokt en teleurgesteld te zijn. Met diverse forse facturen zijn onder meer tegen de regels in transacties in alcoholische dranken door Yard Line in rekening gebracht. Bovendien is er sprake geweest van handel in mondkapjes en andere medische benodigdheden, waarbij de CEO de winst met anderen verdeelde. Andere bevindingen zijn onder meer dat vertrouwelijke informatie met derden is gedeeld en dat er sprake is geweest van ‘storend onethisch gedrag – een voortdurend feest van prostitutie’, ‘een stroom van denigrerende berichten’ over onder anderen de VCKG-eigenaar en een aantal ‘giftige antisemitische uitspraken van de ergste soort’.
Deze omstandigheden zijn op zichzelf en in samenhang reden voor direct ontslag, aldus de werkgever. De CEO laat weten te berusten in het ontslag, maar houdt VCKG aansprakelijk voor alle materiële en immateriële schade die hij door het ontslag lijdt. Later doet VCKG er nog een schepje bovenop en ontslaat de topman nogmaals op grond van verduistering: hij werkt niet mee aan het retourneren van een aantal bedrijfsmiddelen.
Eigen handel niet accepteren
Voor de kantonrechter eist de ontslagen CEO een kleine twee miljoen voor onder meer een transitievergoeding, ontslagvergoeding en een bonus over 2020. Bovendien heeft zijn werkgever gehandeld in strijd met de fundamentele rechten en de AVG. Maar de kantonrechter oordeelt dat het ontslag rechtsgeldig is. ‘Een werkgever hoeft niet te accepteren dat een directeur/ aandeelhouder op aanzienlijke wijze een eigen handel opzet die direct met de activiteiten van de werkgever concurreert en zich daarnaast de omzet toeëigent die de werkgever zelf had kunnen maken.’ De ex-CEO moet bovendien € 16.667 aan onderzoekskosten vergoeden en een schadevergoeding betalen van ruim € 33.000.
Strenge eisen aan mededeling
De ontslagen directeur gaat in beroep. Hij betoogt dat in de ontslagbrief vijftien redenen voor het ontslag worden genoemd, maar dat ze niet nader worden toegelicht of geconcretiseerd, anders dan door een verwijzing naar zeer omvangrijke bestanden. Daarmee voldoet VCKG niet aan de wettelijke mededelingseis, stelt hij. Het gerechtshof gaat daarin mee: ‘Aan de mededeling van de dringende reden worden strenge eisen gesteld. De dringende reden moet aldus worden meegedeeld dat het de andere partij onmiddellijk duidelijk is waarom op staande voet wordt opgezegd.’ VCKG heeft verwezen naar documenten, Whatsapp-groepen en zip-bestanden. ‘VCKG verwijst derhalve ter onderbouwing van de vele ontslaggronden naar zeer omvangrijke bijlagen, maar concretiseert niet welke gedragingen van [de ex-CEO] hebben geleid tot het ontslag op staande voet. De opgevoerde redenen blijven alle steken in algemene verwijten.’ En daarmee is niet voldaan aan de mededelingseis van artikel 7:677 BW. Dat VCKG alsnog de aangevoerde ontslaggronden concreet heeft gemaakt, mag niet baten, want de dringende reden voor het ontslag moet liggen in datgene wat bij het ontslag op staande voet is opgegeven.
Onderzoek onvolledig
De forensisch accountant komt er niet goed vanaf: het onderzoek van Integis ging bijzonder rap, constateert het hof. Op 29 augustus 2020 meldt VCKG aan de CEO dat er een onderzoek wordt gedaan, waarna al twee dagen later de eerste onderzoeksresultaten worden gepresenteerd. Op 3 september 2020 volgde het ontslag op staande voet. ‘Het hof acht het onderzoek door Integis onvolledig omdat, gelet op de aankondiging van 25 augustus 2020 dat het onderzoek enkele weken in beslag zou nemen, terwijl uit de e-mail van 29 augustus 2020 blijkt dat het onderzoek nog niet was begonnen (‘will carry out’), het – zonder nadere toelichting van VCKG, die ontbreekt – onmogelijk zo kan zijn dat de onderzoeksresultaten, althans voldoende betrouwbare voorlopige onderzoeksresultaten, op 31 augustus 2020 bekend waren.’
Geen wederhoor
Bovendien is de CEO niet gehoord, terwijl dat wel was toegezegd. ‘Van hoor en wederhoor, toch een wezenlijk onderdeel van een deugdelijk onderzoek, is derhalve geen sprake geweest. VCKG heeft ook geen tussentijdse (concept) rapportage van Integis in het geding gebracht en het hof gaat ervan uit dat deze niet bestaat. De verklaring van VCKG dat zij in overleg met Integis heeft gekozen voor ‘fasegewijs onderzoek’, hetgeen inhoudt dat na afloop van iedere fase afstemming plaatsvindt over de aard, omvang en diepgang van eventueel vervolgonderzoek, volstaat in dat kader niet.’
Vergoedingen en bonussen alsnog toegekend
Kortom: er is geen sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet, concludeert het hof. Er is niet voldaan aan de mededelingseis en het onderzoek door Integis is ondeugdelijk. Dat levert de ontslagen CEO een aantal vergoedingen op van samen een slordige € 330.000. Het hof kent de ex-CEO namelijk nog een transitievergoeding toe van € 42.540,83 – een stuk minder dan geëist omdat variabele looncomponenten niet hoeven te worden meegeteld. Verder moet voor het ontslag een opzegtermijn van zes maanden in acht worden genomen, zodat de voormalig topman nog recht heeft op een schadevergoeding van € 67.497,18 bruto. Het hof kent tot slot nog een contractuele beëindigingsvergoeding toe van € 116.045,88 bruto, een billijke vergoeding van € 56.247,65 bruto en een restantbonus van € 50.150,08 over 2019. Daarnaast moet VCKG de schadevergoeding van ruim € 31.000 weer terugbetalen en de onderzoekskosten van € 16.667.
VCKG kan vanwege ernstig verwijtbaar handelen ook geen recht doen gelden op het concurrentie- en relatiebeding uit de arbeidsovereenkomst. De vermeerdering van eis die het handelshuis nog heeft gedaan – bijna zes miljoen boete – wordt door het hof niet gehonoreerd: in strijd met de goede procesorde.
Uitspraak gerechtshof Amsterdam, 15 februari 2022, gepubliceerd 14 maart 2022
Geef een reactie