Het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft beslist dat het Jeroen Bosch Ziekenhuis geen transitievergoeding en billijke vergoeding hoeft te betalen aan een verpleegkundige. De verpleegkundige had om ontbinding van haar arbeidsovereenkomst en de bijbehorende vergoedingen gevraagd van in totaal 388.290,65 euro, omdat het ziekenhuis volgens haar ernstig verwijtbaar had gehandeld in een kwestie tussen haar en een anesthesist.
Anesthesist
Een anesthesist had zich diverse keren op zo’n manier boos en intimiderend tegenover de verpleegkundige opgesteld dat er sprake was van onacceptabel gedrag. De verpleegkundige kaartte de kwestie aan bij het ziekenhuis, dat enkele keren probeerde om tot een onderlinge oplossing te komen. De verpleegkundige was echter van mening dat het ziekenhuis haar heeft laten vallen en dat daarom sprake zou zijn van ernstig verwijtbaar gedrag. De rechtbank Oost-Brabant wees het verzoek en de vorderingen van de verpleegkundige af.
Steken laten vallen, maar geen ernstig verwijtbaar handelen
De verpleegkundige ging daartegen echter in hoger beroep. Het hof stelt voorop dat voor toewijzing van de vergoedingen vereist is dat het ziekenhuis ernstig verwijtbaar moet hebben gehandeld en dat aan dat criterium strenge eisen worden gesteld. Het hof komt tot de conclusie dat het ziekenhuis steken heeft laten vallen en met name aanvankelijk te gemakkelijk de klacht van de verpleegkundige niet nader heeft onderzocht en te snel aanstuurde op een onderlinge oplossing. Het ziekenhuis is daarna echter een mediationtraject gestart en heeft een onafhankelijk bureau onderzoek laten doen. Deze ondernomen stappen zorgen ervoor dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar gedrag tegenover de verpleegkundige, oordeelt het hof. Daardoor is er geen reden voor het hof om de gevraagde vergoedingen toe te kennen. Omdat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst samenhing met de gevraagde vergoedingen, heeft het hof ook de ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen.
Geef een reactie