ABN Amro meldde achterin in het jaarverslag over 2020 op pagina 282 dat het werd verdacht van schuldwitwassen. Daarmee zijn aandeelhouders misleid, zo stelt beleggersvereniging VEB. Die wil dat de AFM handhavend gaat optreden.
De bank betaalde in 2021 uiteindelijk 480 miljoen euro aan het OM om vervolging af te kopen. ABN Amro zou dubieuze geldstromen onvoldoende serieus hebben genomen. De informatie over de kwestie is volgens de VEB ’te laat en te summier achterin het jaarverslag openbaar gemaakt’. ‘Weinig beleggers blijken gedupeerd door de koersdaling die volgde op het nieuws. Collectieve actie acht de VEB daarom niet opportuun. Handhaving door toezichthouder AFM wel.’
Plek past niet bij essentiële informatie
De verdenking van schuldwitwassen had direct en met een persbericht aan het beleggend publiek kenbaar moeten worden gemaakt, zo vindt de vereniging. ‘ABN Amro heeft deze zwaardere verdenking – de voorwetenschap ¬– uiteindelijk wereldkundig gemaakt op 10 maart 2021, op een plek die niet past bij voor beleggers essentiële informatie; namelijk op pagina 282 achterin haar jaarverslag. Hierdoor was deze informatie niet snel toegankelijk en kon deze informatie niet op correcte wijze en tijdig worden beoordeeld door beleggers.’ Nadat De Telegraaf een week later over de verdenking schreef, daalde de koers van het aandeel ABN Amro fors.
Geen actie, wel handhavingsverzoek
Volgens de VEB heeft een aanzienlijk deel van de beleggers begin 2021 niet gehandeld in aandelen ABN Amro of geen verlies geleden op transacties. Daarom volgt er geen collectieve actie tegen ABN Amro. ‘Voor een beperkt aantal individuele aandeelhouders kan het wel de moeite lonen om individueel actie te ondernemen. De VEB heeft een aantal beleggers die het betreft hierover geïnformeerd. Dat ABN Amro beleggers te laat en niet adequaat heeft geïnformeerd blijft als een paal boven water staan. Dergelijk handelen is slecht voor het vertrouwen in de kapitaalmarkt. De VEB heeft daarom toezichthouder AFM gevraagd de zaak in behandeling te nemen en handhavend tegen ABN Amro op te treden.’
EY: key audit matter
De VEB heeft het niet over de controleverklaring van EY vanaf pagina 319 van dat jaarverslag. Daarin wordt wel gewag gemaakt van het onderzoek als een van de ‘onvoorspelbaarheden’. Het onderzoek is als key audit matter benoemd. ‘We achten het voldoende dat er geen voorziening is getroffen omdat de hoogte van de mogelijk uit het onderzoek voortvloeiende verplichting niet met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld’, is de conclusie.
Geef een reactie