Voor gemeenten en de rechtspraak vormen de diverse WOZ-bureautjes die op no cure no pay-basis procederen voor woningbezitters een flinke (financiële) belasting. Om daar wat aan te doen gaat de rechtbank Midden-Nederland in zaken over de WOZ-waarde van woningen en in enkele andere categorieën van rechtszaken voortaan een lager bedrag toekennen als tegemoetkoming in de rechtsbijstandskosten. Ook staatssecretaris Van Rij van Financiën kondigde dit voorjaar al aan met maatregelen te komen om iets te doen aan de no-cure-no-pay-problematiek in bezwaar- en beroepsprocedures met betrekking tot WOZ en BPM.
Wegingsfactor
In twee uitspraken van maandag geeft de rechtbank Midden-Nederland nieuwe uitgangspunten voor de toepassing van de wegingsfactor die wordt gebruikt bij de berekening van de proceskosten. De rechtbank gaat daarnaast een lager bedrag als schadevergoeding toewijzen als mensen te lang hebben moeten wachten op een uitspraak van de rechter. De rechtbank wijkt hiermee af van de werkwijze van de hogerberoepsrechters.
Formule voor rechtsbijstandskosten
Als iemand gelijk krijgt bij de bestuursrechter, kan hij of zij vragen om het bestuursorgaan te veroordelen in de proceskosten. Proceskosten zijn onder andere de kosten voor rechtsbijstand. Daarvoor geldt een wettelijk tarief van € 837,- voor iedere proceshandeling die een rechtsbijstandsverlener heeft verricht, zoals het indienen van het beroepschrift en het bijwonen van de zitting. In de fase van bezwaar, dus voordat de rechter wordt ingeschakeld, is dat tarief € 296,-. De vergoeding wordt berekend door het tarief te vermenigvuldigen met het aantal punten voor proceshandelingen én met de wegingsfactor die van toepassing is. Die wegingsfactor brengt het gewicht van de zaak tot uitdrukking en kan variëren van 0,25 tot 2. Normaal gesproken geldt een wegingsfactor van 1.
WOZ-zaken minder ingewikkeld
Voor WOZ-zaken over de waardering van woningen zal de rechtbank voortaan een wegingsfactor van 0,5 hanteren. De rechtbank vindt deze zaken namelijk van minder groot belang en vindt ze ook minder ingewikkeld dan een gemiddelde zaak in het bestuursrecht. Om de zaakstromen onderling in de juiste verhouding te houden, past de rechtbank ook de wegingsfactor aan van zaken over niet tijdig beslissen en zaken over parkeerbelastingen. Daarvoor werd voorheen een factor van 0,5 gehanteerd, maar dat wordt voortaan 0,25.
De rechtbank zal bovendien een extra korting op de wegingsfactor toepassen als een rechtsbijstandverlener steeds dezelfde standaard stukken gebruikt. Dat gebeurt in de praktijk regelmatig. Omdat de vergoeding evenredig moet zijn met de prestatie van de rechtsbijstandsverlener, zal de rechtbank ook voor deze gevallen voortaan een wegingsfactor van 0,25 hanteren in WOZ-zaken over woningen.
Rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2023:4481 & ECLI:NL:RBMNE:2023:4482
WOZ-waarde bedrijfspand gehandhaafd, eigenaar moet proceskosten betalen
G Timmerman zegt
Is het niet beter om de kwaliteit van de beschikkingen te verbeteren?