
Dat heeft de Hoge Raad enige tijd geleden geoordeeld. De uitspraken volgen op zaken waarin toezichtrapporten, opgesteld na onderzoek naar fraude door notaris Frank Oranje van Pels Rijcken, door politie en justitie in beslag waren genomen.
Zelfstandig verschoningsrecht
De Hoge Raad benadrukt dat een verschoningsrecht normaal gesproken voorbehouden is aan beroepen zoals advocaten, notarissen en artsen vanwege hun vertrouwelijke relatie met cliënten. In dit geval oordeelt de Hoge Raad dat toezichthouders zoals de deken en het BFT eveneens recht hebben op een verschoningsrecht. Dit is noodzakelijk om hun toezichthoudende taak effectief te kunnen uitvoeren. Zonder dit recht zouden advocaten en notarissen mogelijk minder bereid zijn om informatie te delen uit angst dat deze in een strafrechtelijk onderzoek gebruikt wordt.
Voor de deken strekt het verschoningsrecht zich uit tot alle informatie die direct verband houdt met het toezicht op de advocatuur, inclusief wat hij in dat kader zelf heeft gecommuniceerd of geadviseerd. Voor het BFT geldt een vergelijkbare reikwijdte, aangezien notarissen eveneens verplicht zijn medewerking te verlenen aan het toezicht.
Geen doorbreking van het verschoningsrecht
In de zaak van de deken stelde de rechtbank dat het verschoningsrecht niet hoefde te wijken voor de waarheidsvinding, ondanks de ernst van de fraude bij Pels Rijcken. De Hoge Raad bevestigde dit oordeel. Er waren volgens de rechtbank geen uitzonderlijke omstandigheden, zoals een zwaarwegend opsporingsbelang, die de doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigden. Bovendien was het mogelijk de waarheid via andere wegen te achterhalen.
Herbeoordeling voor het BFT
In de zaak van het BFT oordeelde de rechtbank eerder dat het bureau geen zelfstandig verschoningsrecht had. De Hoge Raad heeft deze beslissing vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor herbeoordeling. Het BFT heeft volgens de Hoge Raad, net als de deken, een verschoningsrecht nodig om zijn toezichthoudende taak effectief te kunnen vervullen.
Uitspraken: ECLI:NL:HR:2024:1876 en ECLI:NL:HR:2024:1875
Geef een reactie