
Interne risicoafdelingen sloegen herhaaldelijk alarm, maar commerciële belangen kregen stelselmatig voorrang, komt uit het onderzoek naar voren. In plaats van frauduleuze klanten te weren, werden deze verplaatst naar andere divisies om fraudepercentages kunstmatig te verlagen. Ook werden statistieken aangepast om binnen de normen van creditcardmaatschappij Visa te blijven. In het bijzonder werd de Britse tussenpartij Emerchantpay (EMP), verantwoordelijk voor een significant deel van de fraude, een uitzonderingspositie gegund ondanks interne waarschuwingen over witwasrisico’s.
Accountant trok zich terug
In 2023 ontstond er paniek binnen Worldline. De accountant van EMP gaf zijn opdracht terug zich terug nadat hij “kennis kreeg van bepaalde transacties” waarbij hij zich afvroeg of die wel wettelijk zijn toegestaan. Tegelijk wordt een Duits dochterbedrijf onder verscherpt toezicht geplaatst door de beurswaakhond vanwege vermoedens van fraude door EMP. De toezichthouder beschouwt Worldline als potentiële “handlanger” omdat duidelijk dubieuze klanten niet zijn geweigerd.
Nederlandse dochter
Bij de Nederlandse dochter GCS bleek eveneens sprake van ernstige nalatigheid. Zo werd een klant, ondanks eerdere waarschuwingen wegens hoge terugboekingen en een verdenking van kinderporno, gehandhaafd omdat deze “goede handel” opleverde. De Amerikaanse toezichthouder FTC vroeg in 2021 documenten op bij GCS, waarna bleek dat het bedrijf al sinds 2007 intern op de hoogte was van deze klantproblemen.
Onderzoek
De Nederlandsche Bank opende in 2022 een onderzoek naar GCS vanwege gebrekkige klantcontroles. GCS voerde daarop een heronderzoek uit naar zijn klantenbestand, maar over de resultaten wordt geen informatie verstrekt. In 2023 constateerde Worldline intern aanwijzingen voor witwaspraktijken en ontbraken er contracten en identiteitsgegevens van klanten. Volgens het interne risicoteam mochten medewerkers deze informatie niet delen: “Worldline behoort hier niets van af te weten.”
Bron: NRC
Geef een reactie