De werkgever heeft geen ontslagvergunning wegens bedrijfsbeëindiging via het UWV aangevraagd, maar betaalde ook geen loon. Hierdoor is de werknemer in financiële moeilijkheden gekomen.
De werknemer verzoekt de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst wegens ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever met ingang van 31 augustus 2025 te ontbinden, met toekenning van € 52.550 bruto aan transitievergoeding en € 80.003 aan billijke vergoeding.
Financieel in de knel
Volgens de werknemer heeft de werkgever ondanks verschillende sommaties en een gerechtelijke procedure tot nu toe geen ontslagvergunning bij UWV aangevraagd. Hij betaalt echter ook geen loon aan de werknemer, waardoor de werknemer zich in een benarde financiële situatie bevindt. Ze kan geen uitkering krijgen en moet interen op haar reserves om rond te komen. Dit leidt tot een dringende reden voor de werknemer, waardoor de arbeidsovereenkomst moet eindigen. Als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever is hij ook de transitievergoeding en een billijke vergoeding aan de werknemer verschuldigd.
Hoofdverplichting: loon betalen
Bij de beoordeling van de verzochte ontbinding stelt de kantonrechter voorop dat betaling van loon één van de hoofdverplichtingen van de werkgever uit hoofde van de arbeidsovereenkomst is. Tussen partijen staat vast dat de werkgever het loon van de werknemer vanaf 1 oktober 2024 – afgezien van het bedrag dat door executiemaatregelen is ontvangen – niet meer heeft betaald.
Het (langdurig) niet meer voldoen aan de loonbetalingsverplichting vormt volgens de kantonrechter voor de werknemer een dusdanige omstandigheid dat de arbeidsovereenkomst direct of na korte tijd behoort te eindigen. De arbeidsovereenkomst wordt gelet hierop ontbonden per 31 augustus 2025.
Transitievergoeding
De werkgever is een transitievergoeding verschuldigd als de arbeidsovereenkomst als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever op verzoek van de werknemer is ontbonden. De werkgever heeft ernstig verwijtbaar gehandeld omdat hij niet aan zijn loonbetalingsverplichtingen heeft voldaan. De werkgever moet een bedrag van € 52.549,97 aan transitievergoeding aan de werknemer betalen.
Billijke vergoeding
Als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten heeft de werknemer ook recht op een billijke vergoeding. De hoogte van de billijke vergoeding moet worden bepaald op een niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval.
Onjuist geïnformeerd?
In de eerste gerechtelijke procedure tussen partijen is naar voren gekomen dat de werkgever (mogelijk) onjuist is geïnformeerd over het beëindigen van de arbeidsovereenkomsten met zijn werknemers, namelijk dat hij faillissement moest aanvragen of een vaststellingsovereenkomst met de werknemers moest sluiten.
Geen ontslagvergunning aangevraagd
De werkgever was blijkbaar niet gewezen op de mogelijkheid van het aanvragen van een ontslagvergunning via het UWV wegens bedrijfsbeëindiging en was op dat gebied misschien onwetend. Daarna is de werkgever echter meerdere malen erop gewezen dat hij een ontslagvergunning moest aanvragen bij UWV. Dit heeft hij om onbekende redenen nog altijd niet gedaan.
Geen WW, maar wel loon via werkgever
Als gevolg hiervan heeft de werknemer tot nu toe geen WW-uitkering kunnen aanvragen bij UWV. Dit wordt echter gecompenseerd door het vonnis van 30 januari 2025 waarin is beslist dat de werknemer op grond waarvan zij tot de datum van ontbinding van de arbeidsovereenkomst loon op de werkgever kan verhalen.
Werkgever liet na dienstverband te beëindigen
De werknemer heeft gemotiveerd gesteld dat zij in de financiële problemen is gekomen doordat de werkgever niet aan zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan. Hoewel de werknemer (mogelijk) nog niet erin is geslaagd een nieuwe werkgever te vinden en zij aanneemt dat het nog twee jaar zal duren voordat zij ander werk heeft gevonden, geldt als uitgangspunt dat de werknemer eerder tot een einde van het dienstverband met de werkgever wilde komen, maar dat dat niet gebeurde door het nalaten van de werkgever.
Vergoeding extra hoog ingezet als prikkel voor werkgever
Als de werkgever juist had gehandeld, was de werknemer al enige tijd uit dienst geweest vanwege bedrijfseconomische omstandigheden waarvan niet is gesteld of gebleken dat deze aan de werkgever te wijten zijn. Daarbij heeft de gemachtigde van de werknemer ter zitting aangegeven dat hij de billijke vergoeding nogal hoog heeft ingezet, zodat dit mogelijk als een prikkel voor de werkgever zou dienen om tot actie over te gaan. Hoewel dit in deze situatie voor te stellen is kan dit niet meewegen bij het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding.
Vergoeding van € 5.000 bruto
De kantonrechter acht in de gegeven omstandigheden een vergoeding van € 5.000 bruto passend en wijst dit bedrag toe.
Rechtbank Gelderland, 29 augustus 2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:7530



Geef een reactie