Het hof bevestigt daarmee het oordeel van de rechtbank Amsterdam in een zaak tussen twee mkb-ondernemingen en JAN (dat inmiddels onderdeel is van De Jong & Laan). Net als de rechtbank oordeelt het hof dat de accountant niet tekort is geschoten in haar zorgplicht door klanten niet actief te wijzen op de mogelijkheid van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Er was geen adviesrelatie, en ook geen verplichting om uit eigen beweging te adviseren. Daarmee is geen sprake van een beroepsfout, aldus het hof.
Geen sprake van beroepsfout
Centraal in het hoger beroep stond de vraag of JAN Accountants een beroepsfout heeft gemaakt door de klanten Sanjia Netherlands B.V. en M2C B.V. niet te adviseren over de TVL. De ondernemingen stelden dat JAN, gelet op de omstandigheden van de coronapandemie, verplicht was hen te wijzen op mogelijke steunmaatregelen. Volgens hen had JAN zich bovendien op haar website gepresenteerd als full service-dienstverlener, waardoor zij erop mochten vertrouwen dat de dienstverlening ook advisering omvatte.
Het hof volgt dat standpunt niet. Uit de overeenkomst blijkt duidelijk dat de dienstverlening beperkt was tot vaste, uitvoerende werkzaamheden zoals boekhouding, salarisadministratie en fiscale aangiftes — het zogenoemde Basic Package. Een adviesopdracht maakte daar geen onderdeel van uit. “Het feit dat JAN in staat is een breed scala aan diensten te verlenen en daarmee adverteert, maakt niet dat zij die diensten ook met iedere klant afspreekt of verplicht is die aan iedere klant te verlenen”, oordeelt het hof.
Geen schending precontractuele zorgplicht
Sanjia c.s. voerden verder aan dat JAN haar precontractuele zorgplicht heeft geschonden, omdat niet duidelijk zou zijn gemaakt dat de dienstverlening om een basispakket ging en dat er ook uitgebreidere adviespakketten beschikbaar waren. Ook dat verweer wordt verworpen.
Volgens het hof had het, zeker voor een professionele partij als Sanjia c.s., op de weg van de klant gelegen om vragen te stellen als er onduidelijkheid bestond over de inhoud van het pakket. Bovendien bleek uit de stukken dat tijdens het kennismakingsgesprek wel degelijk is gesproken over de mogelijkheid van extra diensten, waaronder kwartaalgesprekken. Sanjia c.s. hebben ook erkend dat die optie is besproken. Daarmee heeft JAN voldaan aan haar informatieplicht.
Geen spontane adviesverantwoordelijkheid
Het hof benadrukt, net als de rechtbank, dat op accountants geen algemene plicht rustte om klanten actief te benaderen over coronasteun. Vanuit de overheid noch de NBA bestond een verplichting om te onderzoeken of cliënten in aanmerking kwamen voor de TVL. Ondernemingen konden die subsidie bovendien zelfstandig aanvragen, tot een bedrag van €125.000.
Ook in het specifieke geval van Sanjia c.s. bestond er geen reden voor JAN om spontaan advies te geven. De administratie van de ondernemingen gaf geen opvallende signalen van coronaschade, de omzet was grillig en afhankelijk van enkele transacties, en de handel liep internationaal grotendeels door. Dat maakte dat JAN niet hoefde te veronderstellen dat Sanjia c.s. financieel zwaar getroffen waren door de pandemie.
Dat Sanjia c.s. pas in mei 2021 bij JAN informeerden naar mogelijke coronasteun, onderstreept volgens het hof dat de klanten zelf geen concrete aanleiding zagen om eerder actie te ondernemen.
Nieuwsbrief schept geen verplichting
Sanjia c.s. wezen er nog op dat JAN in die periode nieuwsbrieven stuurde aan klanten met algemene informatie over de TVL. Volgens het hof kan daaruit geen verplichting worden afgeleid om ook alle individuele klanten persoonlijk te informeren of te adviseren. “De nieuwsbrieven zijn een service, geen onderdeel van een contractuele verplichting,” aldus het hof.
Ook het feit dat JAN op eigen initiatief een datavergelijking uitvoerde om risico’s bij klanten in kaart te brengen, schept volgens het hof geen extra zorgplicht. Die handeling was vrijwillig en gericht op specifieke branches die evident door corona waren getroffen, zoals horeca en evenementen, en niet op alle klanten.
Geen grondslag voor aansprakelijkheid
Het hof wijst de verwijzingen naar artikel 7:401 BW (de zorg van een goed opdrachtnemer), artikel 20 VGBA (onderzoekende geest) en artikel E.2 van de algemene voorwaarden van JAN van de hand. Geen van deze bepalingen leidt ertoe dat JAN verplicht was spontaan te adviseren over de TVL.
Evenmin ziet het hof aanleiding om via artikel 6:258 BW (“onvoorziene omstandigheden”) te concluderen dat de overeenkomst ruimer moest worden uitgelegd. De coronapandemie creëerde geen nieuwe adviesplicht waar die contractueel niet was overeengekomen.
Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Amsterdam (ECLI:NL:RBAMS:2023:1378) en veroordeelt Sanjia c.s. in de proceskosten van het hoger beroep, begroot op €6.561 (€2.135 aan griffierecht en €4.426 aan salaris advocaat).
Conclusie
Met de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is definitief duidelijk dat accountants zonder adviesrelatie niet verplicht waren om klanten ongevraagd te wijzen op coronasteunregelingen als de TVL. De zorgplicht van de accountant reikt niet zover dat spontaan advies moet worden gegeven wanneer daarover geen concrete afspraak is gemaakt.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHAMS:2025:2715



Fijn om te weten dat de MKB ondernemer die klant is bij Jan, geen spontaan advies hoeft te verwachten. Weet je ook wat je aan ze hebt, als MKB ondernemer.