De Accountantskamer heeft overwogen de maatregel van (tijdelijke) doorhaling te geven aan een AA die na herhaaldelijk sommeren geen verbeterplan indiende. De kamer zag hier van af, omdat er inmiddels een betekenisvolle vooruitgang in de kwaliteit van de praktijk van de AA was gesignaleerd. Ook speelde mee dat aan de accountant nog niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. De Accountantskamer besloot wel de maatregel van berisping op te leggen.
In 2011 werd de praktijk van de AA voor het eerst getoetst. Uit de toetsing bleek dat het interne stelsel van kwaliteitsbeheersing van de praktijk niet voldeed aan de daaraan te stellen eisen. De Raad van Toezicht heeft de accountant, die teven jurist is, gewezen op zijn verplichting om een verbeterplan in te dienen.
Na herhaaldelijk aanmanen heeft de accountant een overzicht van het jaarwerk, een overzicht van de gegevens van een permanent dossier, en het “Handboek [Y] Accountancy” aangeleverd. De Raad van Toezicht heeft dit als verbeterplan afgekeurd en er werd nogmaals verzocht een verbeterplan in te dienen. De accountant heeft per brief medegedeeld dat hij graag een verbeterplan in wilde dienen, maar niet begreep wat daarin moet staan.
De Raad heeft de accountant begin januari 2014 gemeld dat zijn praktijk in het najaar van 2014 zou worden ingepland voor een hertoetsing. De accountant heeft op deze aankondigingsbrief niet gereageerd.
Van een door de accountant aangekondigd in te dienen verzoek tot voorlopige voorziening bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), strekkende tot schorsing van de verplichting een verbeterplan in te dienen, werd niets meer vernomen, waarna klaagster is overgegaan tot het voorleggen aan de Accountantskamer van de onderhavige klacht.
Klacht niet weersproken
De klacht houdt in dat betrokkene, door geen verbeterplan in te dienen dat aan de vereisten voldoet, heeft gehandeld in strijd met van artikel 11, vijfde lid, van de VPPT. Betrokkene heeft het verwijt van klaagster dat hij geen verbeterplan heeft ingediend dat aan de vereisten voldoet, ook niet weersproken. Blijkens de hiervoor onder 2. vastgestelde feiten is betrokkene één en andermaal in de gelegenheid gesteld te voldoen aan zijn verplichting tot het indienen van een verbeterplan, maar heeft hij dit achterwege gelaten. Voor zover hij daarbij ervan is uitgegaan dat het door hem aanhangig gemaakte beroep tegen de beslissing op bezwaar van 17 december 2013 een opschortende werking voor die verplichting met zich bracht, was bij betrokkene sprake van een rechtsdwaling die voor zijn eigen rekening dient te komen, te meer daar betrokkene niet alleen accountant is maar ook nog jurist.
Maatregel (tijdelijke) doorhaling
Daarbij moet het betrokkene in het bijzonder worden aangerekend dat hij, door geen verbeterplan in te dienen, lange tijd heeft volhard in het niet meewerken aan (het vervolg van) de procedure van kwaliteitstoetsing van zijn praktijk, waarin het stelsel van kwaliteitsbeheersing door de toetsers niet op orde was bevonden. Een en ander zou de maatregel van (tijdelijke) doorhaling in het accountantsregister hebben kunnen rechtvaardigen. Inmiddels heeft betrokkene echter alsnog een verbeterplan ingediend en heeft hij de hulp ingeroepen van een extern deskundige om het stelsel van kwaliteitsbeheersing van zijn praktijk op orde te brengen. Voorts heeft betrokkene per brief van 1 december 2014 aan de Nba medegedeeld dat hij heeft besloten geen assurance-opdrachten – van welke aard dan ook – meer te aanvaarden.
Betekenisvolle vooruitgang
Op basis van de – weliswaar nog niet door de Raad beoordeelde – resultaten van de op 11 november 2014 gehouden aanvullende hertoetsing van de praktijk van betrokkene lijkt vooralsnog aannemelijk dat deze, althans voor non-assurance-opdrachten, inmiddels beschikt over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat voldoet aan de daarvoor geldende normen, zodat in ieder geval kan worden uitgegaan van een betekenisvolle vooruitgang in de kwaliteit van de praktijk van betrokkene. De Accountantskamer heeft voorts meegewogen dat aan betrokkene niet eerder een tuchtrechtelijke maatregel is opgelegd. Een en ander overziende acht de Accountantskamer in deze klachtzaak het passend en geboden af te zien van een maatregel van (tijdelijke) doorhaling in het accountantsregister en te volstaan met de maatregel van berisping.
Geef een reactie