Een RA heeft dinsdag van de Accountantskamer een waarschuwing aan de broek gekregen vanwege een conflict over poststukken. Het kantoor waar de RA werkzaam is nam op 1 april 2017 een accountants-, administratie- en belastingadviespraktijk over. Het overgenomen bedrijf verhuisde per die datum zijn dossiers en medewerkers naar het adres van het bedrijf waar de RA onder anderen verantwoordelijk was voor de postbehandeling.
Ook de post van het overgenomen kantoor liet het bedrijf doorsturen naar het nieuwe adres. De huurovereenkomst van de tot dan toe door het overgenomen bedrijf gebruikte (van PostNL gehuurde) postbus met een afhaal- en brengservice werd overgenomen en voortgezet. Uitspraak: 17-1923-1924
Zoekgeraakte post
Dat laatste leverde al snel problemen op, want ook enkele andere bedrijven die op het oude adres van het overgenomen bedrijf waren gevestigd maakten gebruik van de postbus. Het bedrijf waar de RA werkzaam is kreeg dus ook post binnen die niet voor het kantoor bestemd was. Die post werd geopend, er werden kopieën van gemaakt en vervolgens retour afzender gestuurd, zonder de geadresseerden in te lichten. Enkele betrokkenen kwamen er al snel achter dat er post zoekraakte en mailden de RA over de kwestie. Dat leverde weinig op, waarop één van de betrokkenen de RA per mail beschuldigde van het achterhouden van post en een tuchtrechterlijke klacht aankondigde.
Verweer
Ter zitting verweerde de RA zich onder anderen door te stellen dat de klagers wisten dat vanaf 1 april 2017 geen gebruik meer kon worden gemaakt van de postbus en dat zij ook zelf gebruik hadden kunnen maken van de verhuis- en doorzendservice van PostNL. Er was sprake van een wildgroei aan gebruikers van de postbus en dat kan nooit de bedoeling zijn geweest, stelde de RA. Toch betwistte hij niet dat hij de geadresseerden nooit heeft geïnformeerd over de ontvangst van de aan hen gerichte poststukken en dat hij (de originelen van) deze stukken ook retour afzender heeft gestuurd nadat hem door de geadresseerden om afgifte van die stukken was verzocht.
Oordeel
De klachten tegen de RA werden daarom door de Accountantskamer in al hun onderdelen gegrond verklaard. Het was de plicht van de RA om ervoor te zorgen dat de niet voor zijn bedrijf bestemde post ongeopend bleef en dat de geadresseerden op zijn minst over de ontvangst daarvan werden geïnformeerd. Ook het retour afzender sturen van de post was op zichzelf niet correct, omdat de post naar het juiste adres was verzonden. De Accountantskamer is van oordeel dat zulk handelen een accountant niet betaamt en dat de RA had moeten weten dat daarmee het accountantsberoep in diskrediet kon worden gebracht, zodat dit handelen moet worden aangemerkt als schending van het fundamentele beginsel van professionaliteit als bedoeld in artikel 2 sub a jo. artikel 4 VGBA.
Geef een reactie