Werknemers hoeven komend jaar niet te rekenen op een serieuze salarisverhoging. Dat concludeert beloningsadviseur KornFerry uit onderzoek. Werkgevers tasten wel in de buidel voor nieuwkomers, maar zijn niet snel geneigd het huidige personeel extra te belonen.
KornFerry deed navraag bij 500 grote werkgevers, goed voor in totaal 320.000 personeelsleden. De verwachting is dat de gemiddelde reële loonsverhoging in 2019 uitkomt op 0,7%, na aftrek van inflatie. Dit jaar was die verhoging gemiddeld 1,1%. Er blijft een nijpend tekort aan specialisten als big data-specialisten, programmeurs en elektrotechnici, maar dat vertaalt zich niet in hogere salarissen. Bedrijven kiezen vaker voor toeslagen in individuele gevallen. Volgens KornFerry profiteren vooral de jobhoppers: voor een nieuwe medewerker betalen werkgevers 5% tot 10% meer, maar een structurele verhoging voor het huidige personeel is niet aan de orde. Verschillen zijn er wel: in de bouw, de industrie en het transport gaan werknemers er gemiddeld meer dan 3% op vooruit.
Groeiende kloof
Voor de vakbonden is de pas op de plaats reden om de messen te slijpen voor de cao-onderhandelingen. Volgens CNV wordt er regelmatig een looneis van +4% neergelegd. Vakbondsvoorzitter Piet Fortuin van CNV Vakmensen vindt het zorgelijk dat werkgevers alleen meer willen betalen voor het binnenhalen en vasthouden van schaarse vaardigheden. “Deze groeiende kloof komt de interne verhoudingen niet ten goede.” Cao-adviseur AWVN stelt daar tegenover dat werkgevers minder inzetten op loon en meer naar investeringen die gericht zijn op duurzame inzetbaarheid.
Geef een reactie