Het enkele feit dat een accountant (online) werkzaamheden voor een bedrijf opschort, vormt geen reden om een tuchtklacht in te dienen. Dat oordeelt de Accountantskamer in een zaak over een AA die de werkzaamheden voor twee bedrijven staakte toen betaling van facturen uitbleef.
Een AA verzorgt namens een accountantskantoor de administratie voor twee aan elkaar gelieerde bedrijven voor een maandelijks bedrag. De samenwerking wordt eind 2018 door de vertegenwoordiger van de bedrijven opgezegd omdat de formulering van de prijsvorming te ingewikkeld werd en de werkzaamheden opnieuw duurder werden.
In december wordt een factuur van de AA niet betaald. De contactpersoon die namens de twee bedrijven optreedt, laat weten dat de AA de afspraken eenzijdig wijzigt door de jaarrekeningen voor het lopende jaar niet te willen verzorgen. De man voorziet extra kosten en wil die kosten op het accountantskantoor verhalen. Betaling van facturen wordt opgeschort. De AA laat daarop weten dat conform afspraken de administratie tot 31 december wordt bijgehouden en dat er een backup zal worden gemaakt. Voorwaarde is wel dat de rekeningen worden betaald, maar betaling blijft uit.
De vertegenwoordiger van de twee bedrijven stapt naar de Accountantskamer met de klacht dat de toegang tot de online administraties is geblokkeerd, dat de AA elke communicatie weigert en dat hij zijn werkzaamheden heeft opgeschort. Ook heeft hij niet meegewerkt aan de overdracht van de administraties en van de daarbij horende domeinen.
Afweging belangen
Het opschorten van werkzaamheden is het innemen van een civielrechtelijk standpunt. Dat kan in de regel niet leiden tot een gegrond tuchtrechtelijk verwijt, aldus de Accountantskamer. ‘De accountant dient daarbij wel een zorgvuldige afweging te maken tussen zijn eigen belang, in dit geval het opschorten van de werkzaamheden, en de voor hem kenbare belangen van zijn cliënt die als gevolg van die te nemen (rechts)maatregelen (kunnen) worden geschaad. Verder geldt dat een accountant slechts op door hemzelf opgestelde stukken (in beginsel) een retentierecht heeft’, motiveert de tuchtrechter.
Kosten alleen geen reden
De AA is gestopt met zijn werkzaamheden omdat facturen niet werden betaald. Dat heeft hij gedaan door de online toegang tot de administratiedomeinen te sluiten, zodat input niet meer automatisch zou worden verwerkt. De klager heeft niet aannemelijk gemaakt dat de belangen van de bedrijven zwaarder wegen dan de belangen van de AA. ‘Het enkele feit dat kosten zouden moeten worden gemaakt ten behoeve van de continuïteit van de bedrijfsvoering van beide entiteiten noopt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet tot die conclusie.’
Overdracht niet zonder meer verplicht
Er is niet gebleken dat de AA verwijtbaar heeft gehandeld in het blokkeren van de toegang tot de online administratie, of dat hij communicatie heeft geweigerd, werkzaamheden heeft opgeschort of heeft geweigerd domeinen over te dragen. ‘Wat die overdracht betreft, is de veronderstelling van klaagsters dat betrokkene de domeinen zonder meer had moeten overdragen onjuist. Het gaat immers niet om teruggave van door [de bedrijven] verstrekte administraties (waarover zij zelf niet meer beschikten) maar om het resultaat van de op maat gemaakte specifieke inrichting voor klaagsters en de digitale verwerking van die administraties door betrokkene.’
De klacht wordt ongegrond verklaard.
Uitspraak: 19-145AA
Geef een reactie