KPMG kan een miljoenenclaim verwachten in verband met het faillissement van adviesbureau BoerCroon in 2014. Zo’n claim is waarschijnlijker geworden nu het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) eerder opgelegde sancties tegen twee voormalige KPMG-accountants handhaaft.
Purchase accounting
In de jaren negentig ging het nog goed met Boer & Croon, dat later doorging onder de naam BoerCroon. Door oplopende winsten was het voor nieuwe partners steeds moeilijker om zich in te kopen. In 2002 werd een oplossing bedacht op basis van de purchase accounting-methode. Door een nieuwe BV op te richten die de oude opkocht ontstond goodwill (de betaalde koopprijs) die met een lening van ING werd gefinancierd. Zo maakte het bureau ruimte voor dividenduitkeringen aan de bestaande partners en een verlaging van de inleg van nieuwe partners. Dit gebeurde driemaal, voor het laatst in 2012.
Accountant keurde goed
Vanaf 2009 keerde het tij voor Boer & Croon. De winst daalde in 2009 met 28%, in 2010 met ruim 35%, in 2011 steeg de winst om in 2012 weer hard te dalen met 94% tot bijna nihil. Toch keerde Boer & Croon Holding in dat jaar een dividenduitkering uit van ruim € 5 mln, waarbij het eigen vermogen nagenoeg verdampte. In 2014 volgde het faillissement. De curator richtte al snel zijn pijlen op de herfinanciering en de rol van accountant KPMG hierbij. Hij diende een tuchtklacht in tegen twee accountants: de had goedkeurende controleverklaringen gegeven bij de geconsolideerde jaarrekeningen over 2010 en 2011 van de holding. De tweede verstrekte in 2014 een afkeurende controleverklaring bij de geconsolideerde jaarrekening 2012 van de holding. Dit gebeurde na discussie met de top van Boer & Croon. KPMG maakte bezwaar tegen de post goodwill, zo meldde het jaarverslag. Volgens KPMG betrof het hier interne goodwill die niet in de boeken mocht worden opgenomen. Maar het bestuur van Boer & Croon paste de jaarrekening niet aan.
Tuchtklacht 2019
Voor de Accountantskamer stelde de curator dat de eerste RA de jaarrekening over 2010 en 2011 niet had mogen goedkeuren en de posten goodwill, dividenduitkeringen en afschrijvingen in de jaarrekeningen over 2010 en 2011 onvoldoende had onderzocht en gedocumenteerd. Bovendien had hij ten onrechte de recaps mogelijk gemaakt. Later belemmerde hij het onderzoek van de curator. De klacht tegen de tweede RA was nu juist dat hij de jaarrekening over 2012 ten onrechte had afgekeurd. Hij had moeten ingrijpen toen zijn collega de jaarrekeningen over 2010 en 2011 goedkeurde. Ook hij had diverse posten onvoldoende onderzocht, ten onrechte de recaps mogelijk gemaakt en het onderzoek van de curator belemmerd. Op de zitting trok de curator de klachten met betrekking tot de jaarrekening over 2010 in, met het oog op verjaring.
Schorsing wordt berisping
De Accountantskamer oordeelde in 2019 dat de accountants ’te weinig oog hadden’ voor de omstandigheden die uiteindelijk zouden leiden tot het faillissement. In hoger beroep bij het CBb bleef dat vonnis afgelopen dinsdag niet helemaal overeind. ‘De goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2011 berust op een ondeugdelijke grondslag. Aanvaardbaarheid van de activering van de goodwill is niet onderbouwd.’ Het CBb handhaaft daar de schorsing. Maar voor de tweede accountant, die de controle deed over 2012, draait het CBb de sanctie van een maand schorsing terug naar een berisping. Deze accountant gaf wel een afkeurende verklaring vanwege de goodwill-kwestie, maar ‘had vervolgens moeten onderkennen dat er gerede twijfel kon ontstaan’ over de continuïteit van Boer & Croon, aldus het CBb.
Voor de curator ligt de weg nu open om KPMG mede-aansprakelijk te stellen voor het boedeltekort van circa €13 mln. Na het faillissement maakte BoerCroon een doorstart. Het nieuwe kantoor is gespecialiseerd in interim management en executive search. De fusie en overname dienstverlening werd als zelfstandige divisie onder de naam BoerCroon Corporate Finance voortgezet.
Lees hier de uitspraak.
Geef een reactie