De fiscale verschillen tussen huren en kopen zouden geleidelijk volledig moeten worden afgebouwd, door het eigenwoningforfait stapsgewijs te verhogen of de woning (en hypotheekschuld) in geleidelijke stappen te verplaatsen naar box 3. Dat bepleit De Nederlandsche Bank. Kopers die vermogen opbouwen in de eigen woning ontvangen dan niet langer een fiscaal voordeel ten opzichte van huurders die op andere wijze sparen.
Verhoging welvaart
Afbouw van de fiscale verschillen tussen huren en kopen is wat DNB betreft een belangrijke stap richting het verkleinen van het kostenverschil tussen kopen en huren. Dat brengt volgens DNB beide markten meer in balans en verhoogt daarmee de welvaart. De hoge kosten van huren treffen vooral starters en andere huishoudens die te veel verdienen om sociaal te huren maar te weinig financiële middelen hebben om een huis te kopen. Dit kostenverschil tussen koop en huur heeft nadelen vanuit macro-economisch perspectief, omdat dit kopen stimuleert en de ontwikkeling van de huurmarkt belemmert. Een goed functionerende huurmarkt heeft echter verschillende voordelen, somt DNB op, zoals meer verhuisflexibiliteit, minder schuldopbouw bij huishoudens, beter gediversifieerde vermogensopbouw, en een stabielere economie.
Belangrijke opgave
Het verkleinen van de tweedeling tussen koop en huur door het afbouwen van belastingvoordelen voor kopers zou wat DNB betreft een belangrijke opgave voor toekomstig woningmarktbeleid moeten zijn. Extra belastingopbrengsten kunnen worden gebruikt om andere belastingen te verlagen. Als woningprijzen minder worden opgedreven door belastingvoordelen draagt dat potentieel ook bij aan de betaalbaarheid van huren, doordat verhuurders bij structureel lagere prijsniveaus minder huur hoeven te vragen om aan hun rendementseis te voldoen. Het vergroten van de aantrekkelijkheid van huren draagt bovendien bij aan de gewenste uitbreiding van het nu nog kleine vrije huursegment, stelt DNB.
Geef een reactie