Minister Koolmees (Sociale Zaken) is niet van plan om voor de NOW 3 een andere referentiemaand te hanteren voor het bepalen van de loonsom. Sommige werkgevers en voetbalverenigingen hadden daarom gevraagd.
De minister schrijft dat in een ‘dilemmabrief’ aan de Tweede Kamer, waarin hij ingaat op diverse NOW-onderwerpen. De referentiemaand voor de loonsom in de NOW 3 is voor alle drie de perioden de maand juni 2020. ‘Er zijn werkgevers, en ook specifieke sectoren, die in juni 2020 een lagere, niet-representatieve loonsom hebben. Gevolg hiervan is dat zij hierdoor minder NOW-subsidie ontvangen dan bij de keuze voor een andere referentiemaand.’ Werkgevers hebben daarom gepleit voor het kiezen van een andere referentiemaand. Maar dat is geen optie, aldus Koolmees. ‘Bij elke maand die gekozen wordt, zullen er werkgevers zijn die gebaat zouden zijn bij een andere maand. De referentiemaand aanpassen tijdens de looptijd van de regeling is daarom niet mogelijk, omdat een wijziging benadelend werkt voor andere werkgevers.’
Het probleem speelt ook bij amateursportverenigingen, meldde Accountancy Vanmorgen eerder.
Twee verschillende maanden niet haalbaar
Twee verschillende referentiemaanden kiezen is in de uitvoering niet mogelijk ‘gezien de risico’s en de vertragingen die dit met zich meebrengt’. Om misbruik en oneigenlijk gebruik te voorkomen, moest de referentiemaand bij de totstandkoming van de NOW 3 (in augustus) in het verleden liggen. ‘Als de referentiemaand in de toekomst ligt, bestaat het risico dat werkgevers hun loonkosten verhogen door fictieve dienstverbanden waardoor een hogere subsidie wordt uitgekeerd dan waar eigenlijk recht op bestaat. Vervolgens wordt idealiter ook de meest recente maand gekozen, om een zo representatief mogelijk beeld te hebben van de loonsom.’
21 werkgevers onterecht voorschot gegeven
In het automatische proces van de NOW zitten twee fouten, geeft de minister aan: werkgevers die na 1 februari 2020 zijn gestart, hebben geen recht op NOW, maar door een administratieve fout hebben 21 werkgevers die zijn gestart na die datum toch een voorschot voor de NOW 2 ontvangen. ‘De aanvragers hadden uiteraard kúnnen weten dat er eigenlijk geen recht op subsidie bestond en vanuit juridisch oogpunt is er daardoor geen belemmering om het onterechte betaalde voorschot terug te vorderen. Naast de regeling, staat zowel op de site van UWV als op Rijksoverheid.nl duidelijk aangegeven wanneer een werkgever recht heeft op de NOW. Mijns inziens is de betaling echter het gevolg van een fout waarin de werkgever geen blaam treft. Daarom heb ik besloten dat het recht op subsidie bij de vaststelling wel op nihil wordt gesteld, maar dat het reeds ontvangen voorschot niet wordt teruggevorderd.’
Foutieve peildatum berekend
Verder is er een fout geconstateerd met betrekking tot de seizoensmaatregel in de NOW 1: ‘Bij werkgevers die in aanmerking komen voor de seizoensmaatregel, wordt er een foutieve peildatum gebruikt (19 juli in plaats van 15 mei). Ook wordt de subsidie bij deze werkgevers altijd gebaseerd op driemaal de loonsom van maart, ongeacht of de totale loonsom van maart, april en mei hoger of lager is dan driemaal de loonsom maart.’ Uit een analyse blijkt dat in 2.992 gevallen een verkeerd voorschot is berekend. Het systeem daarop aanpassen zou te veel tijd kosten en handmatig corrigeren zou een te groot beslag leggen op het UWV. Daarom is besloten dat in de gevallen waarbij de berekening hoger uitvalt dan 5% of meer dan 5.000 euro ten opzichte van de correcte berekening, handmatig de subsidievaststelling wordt berekend. Het gaat om 145 werkgevers.
Afwijking
Er zijn ook 1.599 werkgevers die meer ontvangen dan waar zij recht op hebben op grond van de regeling. ‘Bij 1.248 gevallen leidt de huidige berekening van de RAN (de rekentool die het UWV gebruikt, red.) tot een lagere subsidievaststelling. Dat komt omdat de RAN uitgaat van een latere peildatum. Bij deze werkgevers is sprake van een naar beneden bijgestelde loonaangifte van maart, tussen peildatum 15 mei en 19 juli. Op grond van artikel 7, leden 4, 8 en 9 van de NOW 1 bestaat de mogelijkheid om af te wijken van de peildatum 15 mei, als blijkt dat de loonaangifte na 15 mei naar beneden is bijgesteld. Ik heb besloten dit artikel toe te passen, waardoor deze middels de RAN zullen worden vastgesteld.’
Afhandeling bezwaar mag niet langer duren
Koolmees geeft het UWV geen langere beslistermijn om bezwaarschriften af te handelen. ‘Ik ben van mening dat er onvoldoende rechtvaardiging bestaat om een dergelijke afwijking wettelijk te regelen.’ Mochten de termijnen niet gehaald worden, dan accepteert de minister de daaruit voortkomende dwangsommen.
Geef een reactie